Secuur bijvoeren met Suzan Baijens: 'Vroege start, kleine beetjes en steeds vers'
Vanaf de tweede dag na de geboorte krijgen de biggen op onderzoekslocatie De Elsenpas van De Heus al wat vloeibaar zuivelproduct, zodat ze leren dat er wat anders is dan zeugenmelk. Daarna krijgen ze naar behoefte twee- tot driemaal per dag steeds vers meel met meer plantaardige producten. Als derde volgt een voer met grovere en complexere vezels.
Op De Elsenpas in het Gelderse Beuningen voert De Heus allerhande onderzoeken uit om de resultaten van de zeugen, biggen en vleesvarkens verder te verbeteren. Tegelijkertijd wordt op de onderzoekslocatie zoveel mogelijk gewerkt zoals dat ook op een normaal praktijkbedrijf zou gebeuren.
In de kraamstal is Suzan Baijens samen met collega's verantwoordelijk voor alle werkzaamheden met de zeugen en biggen. De biggen zo goed mogelijk grootbrengen en voorbereiden op het spenen ziet ze als een belangrijke taak. 'Bij een grote toom zetten we de eerstgeboren biggen die zichtbaar genoeg biest hebben gedronken anderhalf uur apart in een kratje in het kraamhok. Een wekker helpt daarbij om de tijd niet te vergeten.'
Aan het einde van de werkdag checkt Baijens de biggen nog een keer. 'Lijkt het erop dat ze niet genoeg melk krijgen, dan leggen we het liefst een paar biggen bij een biestzeug die al klaar is met werpen en niet veel biggen heeft. Lukt dat niet, dan krijgen ze alvast een beetje vloeibare Nurse Milk om de nacht goed door te komen.'
Vaker per dag weinig voeren, is beter; iedere keer dat je wat voert stimuleert de opname
Nadat de biggen de eerste 24 uur voldoende biest hebben kunnen opnemen, start het bijvoeren. 'De biggen krijgen dan het zuivelproduct Nurse Milk, vloeibaar in het voerbakje. Zo leren ze het bakje herkennen. De dieren nemen extra voedingsstoffen op als aanvulling op de zeugenmelk. Is een bakje leeg en schoon, dan krijgen ze die dag nog een beetje bij. Bakjes die niet leeg komen, maak ik zelf leeg en schoon voordat ik extra geef', licht Baijens toe.
Alle pasgeboren biggen worden individueel gewogen en krijgen een elektronisch oornummer, zodat ze voortdurend kunnen worden gevolgd. Daardoor kan onderzoeker Nena Kelderman van De Heus het effect van vroeg voeren vaststellen. 'De opname van het bijvoer door de biggen verloopt altijd hetzelfde; het begint met heel kleine beetjes, de curve loopt eerst langzaam omhoog en daarna steeds sneller.'
Begin je later met bijvoeren, dan begint de curve later en blijft die altijd achter ten opzichte van vroeg starten, stelt Baijens. 'Je ziet dan dat de speengewichten beduidend lager zijn. Door zo vroeg te starten met bijvoeren, komen we tot een gemiddelde opname van 700 gram bijvoer per big per dag. Begin je later met bijvoeren, dan blijf je steken op minder dan 500 gram.'
Steeds vers voer
Vanaf de derde dag gaan de biggen over op Nurse Meel. Het droge product plakt goed en is daardoor niet stoffig. Als de biggen er een hap van nemen, blijft altijd iets aan het snoetje hangen en krijgen ze er altijd iets van binnen. Nurse Meel bevat al wat plantaardige producten, maar nog zonder grof gemalen vezels. 'Van Nurse Meel krijgen de biggen al wat meer', geeft Baijens aan.
'Maar ook nu blijft het belangrijk om niet te veel te voeren. Duurt het te lang voordat het bakje leeg is, dan is het voer niet vers meer en eten de biggen het niet. Vaker per dag weinig voeren is beter; iedere keer dat je wat voert, stimuleert het de opname. Als er tomen zijn die niet goed eten, of extra ondersteuning nodig hebben, dan geef ik er wat water bij. Dat helpt goed, omdat de opname van een vloeibaar product hoger is dan van hetzelfde droge product.'
Een complexere samenstelling
Heeft een toom biggen gemiddeld 100 gram Nurse Meel per big op, dan schakelt de dierverzorger over naar het volgende voer: Comfort 2. 'Een voer met een wat complexere samenstelling', weet nutritionist Saskia van Zon van De Heus.
Ze vervolgt: 'Er zit een grotere variëteit aan verschillende, grover gemalen vezels in het voer. Daardoor wennen de darmen goed aan de vertering van de voeders die ze na het spenen krijgen. Stapsgewijs biggen laten wennen aan nieuwe voeders en grondstoffen is de sleutel tot een makkelijk speenproces.'
Vanaf een leeftijd van drie weken loopt de voeropname van de biggen flink op. Baijens plaatst dan een grotere groene bak bij, dezelfde bak die ze ook na het spenen krijgen. 'Dan wennen ze daar alvast aan.'
Bekijk meer over:
Lees ook
Meest gelezen
Blogs

