Berengeur+bij+varkens%3A+castreren%2C+vaccineren+of+intact+houden%3F
Partner Zoetis

Berengeur bij varkens: castreren, vaccineren of intact houden?

De varkenshouderij staat vandaag onder een vergrootglas. Consumenten, afnemers en wetgeving stellen steeds hogere eisen rond dierenwelzijn, duurzaamheid en het gebruik van antibiotica. Ook het castreren van biggen komt steeds vaker ter discussie te staan. Maar waarom castreren we eigenlijk nog? En wat zijn de alternatieven die werken in de praktijk?

De belangrijkste reden dat biggen gecastreerd worden, is om berengeur te vermijden. Varkensvlees met berengeur heeft een onaangename geur en smaak. Deze afwijkende smaak en geur is veroorzaakt door de accumulatie van twee natuurlijk voorkomende moleculen (skatol en androsteron). In de puberteit komt de geslachtshormooncyclus van een beer op gang, waardoor de productie van bepaalde stoffen in het lichaam gaan toenemen. En één van die stoffen is androstenon.

Daarnaast wordt er in de dikke darm microbieel eiwit afgebroken, hierbij wordt dan weer skatol gevormd. Zowel androstenon als skatol worden afgebroken door de lever. Voor de puberteit kan die afbraak volledig gebeuren. Vanaf de puberteit stijgt het gehalte androstenon echter sterk en wordt de lever als het ware overspoeld waardoor de afbraak niet altijd volledig kan gebeuren. Zo komen androstenon en skatol in het spier- en vetweefsel terecht. Deze beide moleculen dragen, individueel of in combinatie met elkaar, bij tot de onaangename geur en smaak van het varkensvlees. De berengeur kan je waarnemen tijdens het verhitten van het varkensvlees.

Wist je dat niet alle berengeur bij intacte beren effectief wordt opgemerkt door de consument? Sommige mensen zijn er gevoeliger voor dan anderen. Toch nemen slachthuizen geen risico: vlees met berengeur wordt meestal uitgesorteerd, wat economische verliezen kan betekenen voor de varkenshouder.

Zowel in België als Nederland is chirurgische castratie zonder verdoving wettelijk niet meer toegestaan. Dit zet druk op de sector om sneller over te schakelen naar alternatieven zoals vaccinatie of het houden van intacte beren, wat ook invloed heeft op exportmogelijkheden en markttoegang.

Door te castreren ga je de geslachtshormonencyclus stopzetten en krijg je dus ook geen accumulatie van androstenon in de lever en geen berengeur in het uiteindelijke stukje varkensvlees dat op je bord komt. De laatste jaren komt castratie echter steeds meer onder vuur te liggen omwille van dierenwelzijn. Een chirurgische ingreep bij een jong big heeft een impact. Onderzoek toont aan dat de uitval in de kraamstal hoger is bij gecastreerde biggen. Welke alternatieven zijn er dan?

Intacte beren

Verschillende lastenboeken vragen op vandaag om geen castratie toe te passen en intacte beren te houden. Er hoeft geen ingreep te gebeuren en de arbeidskost is bijgevolg kleiner. Daarnaast hebben beren een gunstige voederconversie. Op vlak van dierenwelzijn is er wel een nadeel, beren vertonen meer seksueel gedrag en agressie. Dit kan meer onrust in de stal brengen en het risico op meer huidbeschadigingen door het rijgedrag van de dieren neemt toe. Daarnaast zetten beren meer mager vlees aan en minder intramusculair vet in vergelijking met gecastreerde dieren, met een droger stukje vlees als gevolg. Ook is de kans op berengeur groter bij intacte beren.

Vaccineren tegen berengeur

Hoe vermijd je berengeur zonder te castreren? Een alternatief is vaccineren tegen berengeur. De werking is betrekkelijk eenvoudig. Door de vaccinatie gaat het immuunsysteem van het varken antilichamen maken tegen de gonadotropine releasing factor (GnRF). Deze factor zorgt er normaal gesproken voor dat de beer mannelijke hormonen aanmaakt. Als gevolg van de vaccinatie tegen GnRF maakt de beer veel minder androstenon aan, de belangrijkste oorzaak van berengeur.

De eerste vaccinatie is vanaf een leeftijd van acht weken, meestal bij een gewicht van ongeveer 35 kilo. Na minstens vier weken volgt de tweede vaccinatie. Doel is om de varkens vier tot zes weken na tweede vaccinatie te slachten. Eén tot twee weken na de tweede vaccinatie is de afname van het berengedrag als eerste merkbaar. De beren zijn minder agressief en het rijgedrag neemt sterk af. Ze gedragen zich vanaf dan zoals gecastreerde beren.

Het voordeel? Je houdt de beren het grootste deel van hun leven intact, wat goed is voor de voederconversie. En in de laatste weken krijg je de voordelen van een castraat: geen berengeur, minder agressie en een betere vleeskwaliteit met meer intramusculair vet. Kortom: een sappiger stukje vlees zonder chirurgische ingreep.

Referentie
1. Morales, J, et al., Porcine Health Manag, 2017, Surgical Castration With Pain Relief Affects The Health And Productive Performance Of Pigs In The Suckling Period
MM-42776

Over Zoetis

  Bij Zoetis draait het om de diergezondheid. We maken ons sterk om varkenshouder en dierenarts te voorzien van hoogwaardige geneesmiddelen, vaccins en...

Lees verder »