
Anke Claessens en Ron Coppens: 'Arbeid slim benutten én beter presteren'
Bij D-Care draait alles om dierdata. 'Als je het in bronst komen van zeugen in beeld hebt, kun je een inseminatie op het ideale moment uitvoeren. Dat bespaart werk en het resultaat is een hoger afbigpercentage', stellen Anke Claessens en Ron Coppens. 'Met onze innovatie en technologie wordt tijdwinst geboekt en helpen we de praktijk doelgericht vooruit.'
In augustus 2024 raakten Claessens en Coppens met elkaar in gesprek over data en hoe de zeugenhouderij op het gebied van arbeid, dierenwelzijn en diergezondheid naar een hoger niveau te krijgen. Ze gaven hun ogen en oren goed de kost en lieten zich inspireren door de rundveesector en sparden met innovatieaanjager Mark Vossen van het Pig Pioneers Platform.
Ze investeerden, experimenteerden, maakten keuzes en zetten vervolgens hun bedrijf D-Care op. 'Dit jaar willen we tienduizend zeugen in Nederland voorzien van unieke sensoren die zeugenhouders ondersteunen bij het beter managen van hun bedrijven, personeel en dieren.'
Waarom meer gaan varen op data?
Coppens: 'Hoe ervaren en deskundig varkenshouders of stalmedewerkers ook zijn, afwijkend gedrag bij de dieren is niet altijd direct zichtbaar. Niemand zit dag en nacht in de varkensstal. Sensoren zijn als het ware het verlengstuk van hun ogen en oren.'
Claessens: 'Wij zien de oplossing daarom in het ontwikkelen van slimme technologie die werkt voor de boer en zijn varkens.'
Hoe brengen jullie datastromen uit de stal op gang?
Coppens: 'D-Tags, sensoren met een batterij in het vrouwelijke deel van het oormerk, zijn de basis voor het genereren van diereigen data. Dit meetinstrument registreert 24/7 de lichaamstemperatuur, activiteiten als liggen, staan, lopen en dierinteracties. Elk uur worden meetgegevens via een bluetoothverbinding doorgestuurd naar een gateway. Vanuit dit kastje gaan de data naar de cloud en via machinelearning worden ze vertaald naar algoritmes.'
Claessens: 'Via de D-Care-app kunnen varkenshouders de informatie van hun dieren bekijken en ontvangen ze signalen bij afwijkingen.'
Wat kun je met algoritmes?
Claessens: 'Door temperatuur en activiteit continu te meten, verzamel je veel informatie van de zeugen zonder zelf in de stal te hoeven zijn en de dieren te storen. Op afstand zie je vroegtijdig of een dier ziek wordt, minder beweegt omdat het kreupel is of juist heel actief is rond het in bronst komen. Die datastroom wordt versleuteld opgeslagen en is alleen toegankelijk voor de varkenshouder zelf.'
Claessens vervolgt: 'Inmiddels hebben we twee modules beschikbaar die gericht sturen op bronstdetectie (heat) en gezondheidsmonitoring (health). Met camerabeelden en eigen waarnemingen in de stal hebben we die algoritmes in de praktijk gecheckt.'
Welke voordelen levert het op?
Coppens: 'Tijdwinst en rendement. Arbeid is op veel zeugenbedrijven een knelpunt. Personeel efficiënt bij bepaalde taken inzetten is de kunst. Een zeug op basis van realtime data en het algoritme precies op het juiste moment insemineren levert het beste resultaat op en je bespaart werk.'
Coppens vervolgt: 'Een handigheidje is het oplichten van onze sensor. Het systeem geeft aan in welk groepshok een te controleren zeug zich bevindt. Dankzij het ledlichtje in de sensor kun je er direct naartoe lopen en de zeug observeren zonder de groepsrust onnodig te verstoren.'
Claessens: 'Sturen op basis van dierdata zorgt zo voor betere technische dierprestaties. Een 1 procent hoger afbigpercentage levert al gauw 7 euro per zeug per jaar op. Is een inseminatie onverhoopt niet geslaagd en komt de zeug terug, dan pikt ons systeem die signalen op. Controle op dracht wordt een overbodige taak. Bovendien maakt de groeiende datastroom de algoritmes op een bedrijf steeds nauwkeuriger.'
Waar halen jullie de hard- en software vandaan?
Coppens: 'Taiwan. We hebben daar een eigen D-Careteam dat de D-Tag heeft ontwikkeld en de datastroom van twee praktijkbedrijven met twee verschillende genetica via machinelearning in algoritmes vastlegt. Dierdata bieden veel meer mogelijkheden om het managen van zeugenbedrijven te ondersteunen, maar we willen eerst goed van de grond komen.'
Claessens: 'We zijn klaar voor het grotere werk. Eind 2025 willen we tienduizend zeugen hebben uitgerust met onze D-Tags.'
Is de tag robuust genoeg?
Coppens: 'Door een speciaal mechanisme blijft de sensor goed in contact met het zeugenoor. De sensor kan tegen flinke stootjes, de elektronica is goed beschermd en de batterij gaat een zeugenleven lang mee.'
Claessens vult aan: 'Natuurlijk is het nooit 100 procent uit te sluiten dat een exemplaar in de put belandt, maar het systeem zal een merkloze zeug snel opmerken.'
Waarom worden de hartslag en het zuurstofgehalte niet gemeten?
Coppens: 'Technisch is dat mogelijk en de eerste toepassingen op dieren verkeert nog in de onderzoeksfase. Onze focus ligt op temperatuur en activiteit omdat die stabiel meetbaar zijn en direct waardevolle inzichten opleveren. Zodra hartslag- en zuurstofmeting betrouwbaar en betaalbaar toepasbaar zijn in de stalpraktijk, kunnen we ze in de D-Tag integreren. Die stap komt zeker dichterbij.
Claessens: 'Ik ben ervan overtuigd dat de zeugenhouderij met onze D-tags al grote stappen vooruit gaat zetten. We blijven doorontwikkelen om de praktijk te verduurzamen en beter te laten renderen.'
Bekijk meer over:
Lees ook
Meest gelezen
Blogs




Bedrijf in Beeld
Partners

