Slachterijen+schakelen+een+van+acht+tandjes+terug
Achtergrond
© Varkens Archief

Slachterijen schakelen een van acht tandjes terug

Nederlandse slachterijen hebben in de eerste helft van het jaar 7,16 miljoen varkens aan hun haken gehad. In het piekjaar 2021 werden in dezelfde periode 1 miljoen varkens meer geslacht. Exporteurs van vleesvarkens schakelen fors terug; die van biggen boeren stabiel.

In de eerste zes maanden van dit jaar hebben Nederlandse slachterijen in totaal 7,16 miljoen varkens aan hun haken gehad. In vergelijking tot de halfjaarcijfers van 2024 – toen werden er 7,34 miljoen dieren geslacht – hebben ze terrein in moeten leveren.

In 2021, het absolute topjaar wat betreft de hoeveelheid in Nederland geproduceerde vleesvarkens, werden in de eerste 26 weken van het jaar 8,14 miljoen dieren geslacht. Dit betekent dat het slachterijaanbod van vleesvarkens met een achtste deel is afgenomen. In 2023 werden in de eerste jaarhelft 7,47 miljoen vleesvarkens geslacht en in 2022 waren dat er 7,81 miljoen. Dat blijkt uit marktcijfers van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Wat het gemiddelde slachtgewicht dit jaar opnieuw aantoont, is dat Nederlandse vleesvarkens vooral sturen op het zoveel mogelijk toevoegen van kilo's aan de biggen. Een varkenskarkas weegt dit jaar gemiddeld 101,1 kilo, identiek aan de eerste helft van 2024. De halfjaarcijfers van de gemiddelde slachtgewichten in 2023, 2022 en 2021 bedroegen respectievelijk 100 kilo, 100,6 kilo 100,8 kilo.


Met het zwaarder leveren van vleesvarkens prikken varkens normaliter een lager percentage vlees. Cijfers van RVO bevestigen die trend voor dit jaar, ook al zijn de varkens iets vetter. Een varkenskarkas bestaat voor gemiddeld 58,5 procent uit vlees. In 2024 was dat 0,2 procent meer (58,7 procent). In 2023, 2022 en 2021 bleef een gemiddeld varkenskarkas – ondanks het verschil in slachtgewicht – even vleesrijk: 58,9 procent vlees.

Halvering van levende export

De levende export heeft dit jaar een forse veer gelaten. In de eerste jaarhelft werden bijna de helft minder vleesvarkens vanuit Nederland naar slachterijen in het buitenland gebracht: van 464.074 geëxporteerde dieren in de eerste 26 weken van 2024 naar 238.332 dieren dit jaar. Een daling van maar liefst 49 procent. In 2023, 2022 en 2021 werden respectievelijk 464.375, 434.097 en 373.066 vleesvarkens geëxporteerd.

De belangrijkste afnemer is en blijft Duitsland. In de eerste zes maanden van dit jaar kreeg 82 procent van de 238.332 vleesvarkens die eindbestemming. Ongeveer 13 procent van de Nederlandse dieren belandde in een Spaans slachthuis. De overige slachtrijpe varkens zijn naar Italië, België, Kroatië en Luxemburg gebracht. Daarnaast reed er nog een transport met 176 dieren naar een slachthuis in Denemarken.

Biggenexport is opgeveerd

Ondanks de steeds kleiner wordende Nederlandse zeugenstapel is de export van biggen in het eerste halfjaar toch iets opgeveerd. Transporteurs hebben 3 miljoen Nederlandse biggen naar vleesvarkenshouders in het buitenland gebracht.

In dezelfde periode van 2024 hebben die transporteurs 2,96 miljoen biggen geëxporteerd en in het jaar daarvoor waren dat 2,89 miljoen biggen. In de eerste zes maanden van 2022 werden 2,87 miljoen biggen over de grens afgezet. Dat is bijna een half miljoen biggen meer in 2021, toen de export uitkwam op 3,36 miljoen dieren.

Spanje is al jarenlang een magneet voor Nederlandse biggen. Uniek dit jaar is dat het varkensrijkste land in Europa zelfs Duitsland van de troon heeft gestoten als belangrijkste afnemer van biggen. De helft van de exportbiggen ging naar Spanje, 38 procent naar onze oosterburen.


Stelling

Loading

Weer

  • Woensdag
    21° / 13°
    5 %
  • Donderdag
    21° / 14°
    80 %
  • Vrijdag
    21° / 13°
    90 %
Meer weer