In eerste jaarhelft bijna 2 procent minder varkens geslacht
Sinds het piekjaar 2021 verwerken Nederlandse slachterijen ieder jaar minder varkens. Ook in de eerste helft van dit jaar zet die trend door; er zijn 1,8 procent minder vleesvarkens verwerkt dan in dezelfde periode in 2023. Ten opzichte van 2021 is de krimp 10 procent.
Dat de varkenshouderij in Nederland achteruit boert voor wat betreft het aantal bedrijven en varkens is een feit. In 2000 waren er nog 10,36 miljoen varkensrechten op de markt, dat is eind 2023 gedaald naar 7,94 miljoen varkensrechten. Een daling van 23,3 procent. Cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) wijzen uit dat er 14.520 bedrijven met varkens actief waren in het jaar 2000, momenteel zijn dat zo'n 3.000 bedrijven.
Het aantal varkens bedroeg volgens het CBS in december van het afgelopen jaar 10,38 miljoen. Een jaar eerder waren dat er nog 11,3 miljoen. In 2021 kwam het aantal varkens nog eens 1,6 procent hoger uit. In 2000 waren er 13,12 miljoen varkens in Nederland. Kortom: in 23 jaar tijd is de varkensstapel met ruim 25 procent gedaald.
Een logisch gevolg is een dalend productievolume aan varkensvlees, ook al blijkt dit niet evenredig te dalen met het aantal getelde varkens. De groeiende output door toenemende efficiëntie van varkensbedrijven compenseert de krimp van de sector enigszins. Waar de Nederlandse varkensstapel tussen 2000 en 2023 met 26 procent is gekrompen, daalde de binnenlandse varkensvleesproductie met 20 procent.
In de eerste helft van 2024 hebben de grote varkensslachterijen gezamenlijk 7,34 miljoen vleesvarkens geslacht. In 2000 werden in totaal 18,56 miljoen varkens geslacht. In een half jaar ging het dus om 9,28 miljoen varkens. Dat is 20 procent meer dan in de eerste zes maanden van dit jaar.
10 procent minder in vier jaar
Sinds 2021 zien Nederlandse slachterijen hun omzet in tonnen varkensvlees jaarlijks afnemen. In de eerste zes maanden van 2021 werden 8,14 miljoen varkens geslacht, een jaar later waren dat er over dezelfde periode 7,81 miljoen. In 2023 kwam het aantal geslachte varkens 'maar' uit op 7,74 miljoen. Toch zijn dat bijna 131.000 varkens meer (+1,8 procent) dan in de eerste helft van dit jaar. Ten opzichte van 2021 is het huidige slachtaantal 9,9 procent lager.
De gemiddelde slachtgewichten zijn in de afgelopen jaren op of boven de 100 kilo gebleven. Een varkenskarkas woog in de eerste helft van 2024 gemiddeld 101 kilo, blijkt uit cijfers van het CBS. Vorig jaar was dat 100 kilo en nog een jaar eerder 100,8 kilo.
Opvallend is de daling van het gemiddelde vleespercentage van de karkassen: -0,25 procent. Dit betekent dat de varkens zwaarder worden afgeleverd en het vlees wat vetter is. De dit jaar verwerkte varkens prikken gemiddeld 58,65 procent mager vlees, in 2023 was dat 58,90 procent. In 2022 en 2021 ging het respectievelijk om 58,92 en 58,93 procent mager vlees.
Levende export
De export van vleesvarkens naar buitenlandse slachterijen ligt in de eerste zes maanden van het jaar een fractie lager dan in dezelfde periode in 2023. In 26 weken zijn zo'n 2.000 vleesvarkens minder de grens over gegaan: 462.037 varkens in 2024 versus 464.375 varkens in de eerste helft van 2023.
De export van biggen daarentegen is met ruim 60.000 dieren toegenomen. Dit eerste halfjaar zijn 2,95 miljoen biggen getransporteerd naar vleesvarkenshouders in het buitenland. De belangrijkste bestemming is Duitsland, waar 46,3 procent van de Nederlandse biggen wordt geplaatst. Spanje volgt met een aandeel van 40 procent.