Keniaan+kiest+vaker+voor+het+goedkopere+varkensvlees
Achtergrond
© Marc van der Sterren

Keniaan kiest vaker voor het goedkopere varkensvlees

De kosten voor geiten- en rundvlees rijzen de pan uit in Kenia. Daarom schakelen inwoners over naar het veel goedkopere varkensvlees. De varkenssector staat nog in de kinderschoenen; slachterijen, voerfabrieken en genetica, aan zowat alles is nood.

Ondanks de ruim 56 miljoen inwoners is Kenia een klein varkensland in Oost-Afrika. De 12.000 ton varkensvlees die de Kenianen per jaar oppeuzelen, wordt in eigen land geproduceerd. Ter vergelijking: in Nederland wordt met zo'n 18 miljoen mensen 600.000 tot 650.000 ton varkensvlees gegeten en bijna 1,5 miljoen ton geproduceerd.

Maar tijden veranderen. Zeker in dit Afrikaanse land, waar zowel de bevolking als de welvaart hard stijgen. Elk jaar komen er zo'n 1,5 miljoen Kenianen bij, terwijl de economie met ruim 5 procent groeit. Daarbovenop komen de stijgende prijzen van rund- en geitenvlees. Niet alleen Kenianen zijn daar verzot op, ook in het islamitische Midden-Oosten stijgt de consumptie van deze duurdere vleessoorten.

De export is flink gegroeid en daarmee ook de prijs. 'In vier jaar tijd is 30 tot 40 procent meer geiten- en rundvlees de Keniaanse grens overgegaan', weet algemeen directeur Wiehan Visagie van De Heus. De voerfirma ziet deze ontwikkeling en bouwt momenteel een nieuwe voerfabriek nabij de hoofdstad Nairobi.

Omdat vlees steeds duurder wordt in Kenia, neemt de populariteit van varkensvlees toe. Deze vleessoort is immers een stuk goedkoper. Zo verkoopt slachterij Top Meat schapen- en geitenvlees, af slachterij, voor omgerekend 5 tot 5,40 euro per kilo. Rundvlees wordt verkocht voor 3,50 tot 4 euro en varkensvlees voor slechts 2,70 tot 3,20 euro per kilo.

Voedseltekort en meer honger

De grootste kostenpost voor een varkensbedrijf in Kenia is veevoer. In het land telt dit extra hard aan door het schaarse inlandse aanbod aan ingrediënten. Niet vreemd in een land waar 11 procent van de bevolking onvoldoende voedsel heeft. En ondanks een groei van de economie en de middenstand, blijft ook het aantal Kenianen met honger toenemen.

Zo heerst er bijvoorbeeld een groot tekort aan mais. Het is volksvoedsel nummer één in Kenia. Meestal is dit land wat mais betreft zelfvoorzienend, in goede jaren kan het zelfs een beetje exporteren. Toch moet regelmatig mais worden geïmporteerd.

Ook vorig jaar, toen Kenia 4 miljoen ton produceerde en mensen en dieren samen 2,7 miljoen ton consumeerden. Tussen de 30 en 40 procent van die hoeveelheid is verwerkt in veevoer. Die nationale maisproductie zou meer dan genoeg moeten zijn, maar door tegenvallende kwaliteit en verliezen na de oogst moest toch nog 400.000 ton mais worden geïmporteerd.

'Nood aan zo'n beetje alles'

Volgens de algemeen directeur van De Heus is er in Kenia nood aan zo'n beetje alles. 'Genetica schiet tekort, diertransport vindt plaats over belabberde wegen over grote afstanden en er is een gebrek aan slachtcapaciteit', somt Visagie op. 'Om aan de huidige consumentenvraag te voldoen, worden in Kenia zo'n zevenhonderd varkens per dag te weinig geslacht.'

Om die gestegen vraag naar goedkoper varkensvlees te kunnen bijbenen, zou de productie in Kenia een flinke impuls moeten krijgen. Omgerekend 255.000 varkens in een jaar meer aan de slachthaak krijgen, is een onmogelijke opgave. Zeker in een land waar nu naar schatting slechts 900.000 varkens worden gehouden, met name in backyard farms. Maar de marktperspectieven zijn gunstig en bieden kansen voor de varkenshouderij.


Bekijk meer over:

Stelling

Loading

Weer

  • Donderdag
    0° / -5°
    5 %
  • Vrijdag
    2° / -5°
    10 %
  • Zaterdag
    6° / -2°
    10 %
Meer weer