Mest+en+rechten+zijn+forse+kostenposten+voor+varkenshouders
Achtergrond
© Harry Tielman

Mest en rechten zijn forse kostenposten voor varkenshouders

De mestafzetkosten zijn in een jaar tijd zomaar met 10 euro per kuub gestegen. De verwachting is dat dit de komende tijd eerder meer dan minder wordt. Tegelijkertijd komen sommige varkenshouders in de knel door de afroming van varkensrechten, waardoor het leasen van rechten ineens onbetaalbaar wordt.

Nieuwe Oogst hield eind augustus een enquête over de mestmarkt onder veehouders. Aanleiding waren de afzetproblemen van mest door de aanscherping van de derogatie, bufferstroken en de instelling van met nutriënten verontreinigde gebieden in combinatie met het natte voorjaar.

Bijna 1.200 veehouders hebben gereageerd, onder wie meer dan 85 actieve varkenshouders. Ten tijde van de enquête liet 57 procent van de varkenshouders weten dat ze nog niet alle mest hadden kunnen afvoeren, het natte voorjaar zal hier vooral debet aan zijn geweest.

Van de geënquêteerde varkenshouders kan 66 procent een deel van de mest kwijt op eigen land. Voor het overschot maken ze gebruik van meerdere kanalen. 60 procent zet mest af via een mesthandelaar, 40 procent via een loonwerker en 46 procent levert direct naar een mestverwerker. 18 procent van de varkenshouders heeft boer-boercontracten.

Veehouders willen de waarde van verlies door afroming gecompenseerd zien

Rick ter Haar, specialist intensieve veehouderij bij Countus

Hoge mestafzetkosten

Ruim de helft van de bevraagde varkenshouders, 54 procent, zag dit jaar een mestcrisis aankomen. 25 procent zag dit niet aankomen en 21 procent vindt dat er van een crisis geen sprake is. Wel heeft 81 procent te maken met een flinke stijging van de mestafzetkosten. Op 55 procent van de bedrijven komen die mestafzetkosten, op basis van de schatting einde zomer, uit op meer dan 50.000 euro. Bij nog eens 25 procent zitten de kosten tussen de 20.000 tot 50.000 euro.

Mede door de hoge kosten geven zeven varkenshouders aan te stoppen met hun bedrijf en vijftien gaan op zoek naar nieuwe contracten met mesthandelaars en/of verwerkers. Zo'n 20 procent van de varkenshouders wil afspraken maken met akkerbouwers en 11 procent gaat minder dieren houden. Ongeveer 15 procent weet nog niet wat te doen.

Van de varkenshouders vindt 44 procent dat er meer (gezamenlijke) investeringen nodig zijn in mestverwerking, 27 procent vindt meer inzet op Renure nodig. Toch denkt 40 procent dat er niet is te ontkomen aan een krimp van de veestapel, terwijl 51 procent vindt dat uitbreiding van de mestplaatsingsruimte moet kunnen en er nog een vorm van derogatie mogelijk moet zijn.

Dat de mestafzetkosten hoog zijn blijkt ook wel uit de varkensmestnoteringen van DCA. Die zijn gebaseerd op ophaalbijdragen, het bedrag dat de veehouder betaalt voor de afzet van zijn overtollige mest. Voor vleesvarkensdrijfmest in Zuid-Nederland ligt deze prijs nu op zo'n 37 euro per ton, exclusief btw. Dat is ongeveer 10 euro meer dan een jaar geleden.

Piek bereikt?

Of met de huidige prijzen de piek in de markt is bereikt, durft Erik de Lijster van DCA niet te zeggen. 'Statistisch gezien zakt de prijs in de uitrijperiode en stijgt deze daarna weer. Op grond daarvan mag je verwachten dat de afzet van mest nog wat duurder wordt. Maar het blijft koffiedik kijken, omdat de trend dit jaar natuurlijk fors afwijkt van andere jaren. De ene mestdistributeur zegt dat de mestputten in vergelijking met vorig jaar aardig leeg zijn, terwijl een ander zegt dat de druk er nog volop op staat.'

Als de druk verder toeneemt, komt de grens van 40 euro per ton mest in beeld. Dit terwijl de prijzen van vleesvarkensdrijfmest in de afgelopen tien jaar in het zuiden varieerde van 18 tot 28 euro per ton. Voor vleesvarkensdrijfmest in het oosten wordt nu 34 tot 36 euro per ton betaald, terwijl die prijs voorheen binnen de bandbreedte van 16 tot 26 euro per ton bleef.

Naast de naar verwachting verdere stijging van de mestafzetkosten, krijgen varkenshouders ook te maken met de nieuwe mestplannen van landbouwminister Femke Wiersma. Nederland moet volgend jaar het nationale plafond voor de mestproductie laten dalen naar 135 miljoen kilo fosfaat en 440 miljoen kilo stikstof. Dat is 10 procent minder dan dit jaar.

De varkenssector zit al jaren onder het mestproductieplafond van 36,7 miljoen kilo fosfaat. In 2023 was de fosfaatproductie 33,1 miljoen kilo. Bij een afroming van 10,4 procent, zoals eerder voorgesteld, zou het fosfaatplafond voor de varkenshouderij op 32,9 miljoen kilo fosfaat uitkomen.

44 procent van de varkenshouders die meededen aan een enquête over de mestmarkt vindt dat er meer investeringen nodig zijn in mestverwerking.
44 procent van de varkenshouders die meededen aan een enquête over de mestmarkt vindt dat er meer investeringen nodig zijn in mestverwerking. © Jos Thelosen

Daar zou de sector gemakkelijk onder komen door de stoppende bedrijven die deelnemen aan de landelijke beëindigingsregelingen Lbv- en Lbv-plus, waarna er nog enige ontwikkelruimte zou overblijven. Maar Wiersma heeft het fosfaatplafond voor de varkenssector verlaagd naar 27,7 miljoen kilo, waardoor de sector wel mestproductie moet inleveren en geen ontwikkelruimte meer heeft.

Lease varkensrechten ondoenlijk

Het inleveren van mestproductie wil de landbouwminister bereiken door varkensrechten bij het verhandelen buiten familie- of bv-verband af te romen met 22 procent, terwijl er tot nu toe geen sprake was van afroming. Die afroming geldt niet alleen bij verkoop maar ook bij lease. Daardoor is leasen vanaf 1 januari aanstaande niet of nauwelijks meer betaal- en haalbaar, ook niet als langjarige lease mogelijk is, stellen diverse financiële deskundigen.

Voor veehouders die een deel van hun rechten verleasen, is de grote vraag of ze dat willen blijven doen. Ze verliezen bij verleasen immers een deel van hun rechten en kunnen die het jaar erop niet meer verleasen. Bij opnieuw verleasen geldt weer een afroming, waardoor de verleaser steeds minder rechten overhoudt.

'De veehouder wil in ieder geval de waarde van verlies door afroming gecompenseerd zien', zegt specialist intensieve veehouderij Rick ter Haar van Countus. 'En dan nog is het de vraag of de ondernemer de rechten niet liever verkoopt en zo zekerheid krijgt over wat die rechten opbrengen.'

Wanneer de rechten in een langjarig contract steeds aan dezelfde partij worden verleased, is er alleen aan het begin een afroming. 'Al is de vraag of langjarig leasen nog wel een optie is', aldus bedrijfskundig adviseur Patrick Janssen van Flynth. 'Er zijn uitspraken gedaan waarbij rechten bij faillissement in de boedel van de leaser terechtkomen. De verleaser is die rechten dan dus kwijt. Of langjarige lease gaat werken, is daarom nog maar zeer de vraag.'

Jaarlijks worden er circa 900.000 varkensrechten verleased, dat zal door de afroming niet of nauwelijks meer haalbaar zijn. Het leasen van varkensrechten kostte dit jaar 1 tot 3 euro per kilo fosfaat. Door afroming raakt de verleaser 22 procent van zijn varkensrechten kwijt. Dit zal de ondernemer minimaal als extra willen hebben in de leaseprijs.

Bij een prijs voor een varkensrecht (4,5 kilo fosfaat) in concentratiegebied Oost van 30 euro wil de verleaser dus 6,60 euro extra hebben voor het verleasen.

Te hoge leaseprijs

In concentratiegebied Zuid ligt de prijs voor varkensrechten op ongeveer 165 euro. De verleaser zal dan vanaf 2025 zo'n 36 euro extra willen ontvangen. 'Zeker in concentratiegebied Zuid is die hogere leaseprijs absoluut niet op te brengen', stelt Janssen. 'Samen met de mestafzetkosten ben je het complete saldo van een vleesvarkensplaats al kwijt. En dan moeten arbeid en financiële lasten nog worden betaald.'

Door de afromingsplannen heerste in de afgelopen periode dan ook flink wat onrust op de markt voor varkensrechten, weet directeur Erik van der Hijden van Farm Advies. 'Zeker is dat er afroming plaatsvindt vanaf 1 januari 2025. Maar de prijsontwikkeling van de rechten en leaserechten is heel onzeker.'

Volgens Van der Hijden zijn er in de afgelopen weken tijdelijk rechten op de markt gekomen van varkenshouders die gebruikmaken van de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv) of een van de twee beëindigingsregelingen, de Lbv of Lbv-plus. 'Maar dat is tijdelijk. Die rechten verdwijnen.'

De prijzen van varkens- en pluimveerechten liggen momenteel boven de waarde in de Lbv en Lbv-plus. 'Als de rechten nog niet zijn ingetrokken, kunnen de stoppende ondernemers de 20 procent die ze mogen houden ook op de markt kwijt. Logischerwijs zullen ze dit dan in 2024 moeten doen, vanwege de korting die op 1 januari 2025 van kracht gaat', legt Janssen uit.

De prijzen voor varkensrechten in concentratiegebied Zuid liggen nu tussen de 160 en 170 euro. Dit is fors meer dan de 30 euro in concentratiegebied Oost. Varkenshouders die nog rechten tekortkomen adviseert Van der Hijden ervoor te zorgen dat ze die krijgen. 'Anders moet je een deel van de stal leeg laten. Ben je van plan op termijn een stal bij te bouwen, maak dan een goed plan voor hoe je dat met rechten gaat oplossen.'

Ter Haar adviseert veehouders ook ervoor te zorgen dat ze hun rechten op orde hebben. 'Voor de meeste varkens- en pluimveehouders is het haalbaar om de rechten die ze tekortkomen aan te schaffen. Op veel intensieve bedrijven is de liquiditeitspositie zodanig dat rechten kunnen worden aangekocht.

Verder geeft het rust en een bepaalde mate van zekerheid in de bedrijfsvoering. En mocht er toch een generieke korting komen, dan is het veiliger als je minimaal het aantal rechten in bezit hebt voor je huidige aantal dieren.'

Lastige situatie voor voergeldstallen
Voor bedrijven met voergeldstallen, waar een groot deel van de rechten nu nog wordt geleased, kan de situatie vanaf 1 januari 2025 lastig worden. Door veel te hoge leaseprijzen is het niet te doen om met een voergeldconstructie een inkomen te halen. Rechten aankopen voor honderden varkens zal financieel vrijwel onhaalbaar worden.
Niet alleen de financierbaarheid kan een probleem worden, het is ook de vraag hoeveel varkensrechten op de markt komen. Zeker bedrijven die grote aantallen rechten nodig hebben zullen hier op korte termijn naar moeten kijken en kunnen niet wachten tot medio 2025.
Hopen op een snelle daling van de prijzen lijkt niet verstandig te zijn. Het duurt lang voordat de huidige Lbv-regelingen effect hebben op de mestproductie. Bovendien is voor een nieuwe opkoopregeling goedkeuring nodig vanuit de Europese Commissie. De kans dat de mestproductie al in 2026 lager is dan het plafond lijkt daarmee klein.

Stelling

Loading

Weer

  • Zondag
    7° / 6°
    70 %
  • Maandag
    6° / 5°
    15 %
  • Dinsdag
    6° / 4°
    10 %
Meer weer