Bij+correcte+ontsmetting+geen+resistentie
Nieuws
© Varkens Archief

Bij correcte ontsmetting geen resistentie

Ontsmettingsmiddelen die correct worden toegepast, veroorzaken geen antimicrobiële resistentie. Dat concludeert Helder Maertens van het Instituut voor Landbouw en Visserijonderzoek (ILVO) en de Universiteit Gent op basis van wetenschappelijke en praktische onderzoeken in de veehouderij. Cruciaal is de juiste concentratie aan ontsmettingsmiddelen bij toepassing in de stallen.

Om dierziekten te voorkomen en te bestrijden, moeten stallen en hun omgeving op regelmatige basis worden worden ontsmet. Er zouden aanwijzingen zijn dat het gebruik van ontsmettingsmiddelen kan leiden tot resistentie bij bacteriën. Die resistentie zouden ze dan niet alleen opbouwen tegen de ontsmettingsmiddelen zelf, maar ook tegen antibiotica.

'Dat klopt dus niet, als je de correcte dosis van het ontsmettingsmiddel gebruikt', stelt Maertens. 'Er treedt geen ontsmettingsmiddelenresistentie en geen verhoogde antibioticaresistentie op door ontsmettingsmiddelen te gebruiken volgens de voorgeschreven toepassingswerkwijze en de geadviseerde dosering door de fabrikant.' Het gebruik van lagere concentraties dan voorgeschreven geeft volgens haar wel aanleiding tot problemen.

Proefschrift

Maertens verdedigde haar proefschrift 'Leidt het gebruik van desinfectiemiddelen in de veehouderij tot selectie van antimicrobiële resistentie?' begin maart onder meer voor promotor Jeroen Dewulf van de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Gent.

Maertens ging aan de slag met een schat aan gegevens beschikbaar bij Diergezondheidszorg (DGZ) Vlaanderen. Ze analyseerde data van hygiënogrammen (hygiënescores op basis van microbiologische analyses), verzameld tussen 2007 en 2014 in de pluimveesector.

Over de jaren heen daalde de gemiddelde hygiënogramscore, wat wijst op een betere hygiëne. De hygiëne bleek beter bij het gebruik van een reinigingsproduct dan wanneer er enkel werd gereinigd met water. Wanneer tijdens de ontsmetting twee verschillende ontsmettingsproducten werden gebruikt, werden de scores beter dan wanneer een product werd toegepast. Het laten ontsmetten door professionele firma's leverde betere resultaten op dan wanneer veehouders het zelf deden.

Gevoeligheid van E. coli

Maertens voerde ook bij 21 varkensbedrijven een enquête uit rond het toegepaste reinigings- en ontsmettingsprotocol. Ook werden 24 uur na ontsmetting monsters genomen in de afdeling voor gespeende biggen. Deze werden getest op E. coli en de gevoeligheid voor antibiotica en ontsmettingsmiddelen.

Er werd geen enkele keer resistentie tegen de ontsmettingsmiddelen aangetoond. Ook vond de onderzoeker geen verhoogde antibioticaresistentie. Bovendien vond zij bij herhaald gebruik (vijf ronden drie courant gebruikte ontsmettingsmiddelen) geen opbouw van zowel ontsmettingsmiddel- als antibioticaresistentie.

Te lage dosering

Tijdens twee laboratoriumproeven bestudeerde Maertens de gevolgen van het ontsmetten aan een lagere dosering dan voorgeschreven door de fabrikant. Er kunnen bacteriën overleven en er zijn kiemen die 'tussen leven en dood' balanceren.

Bacteriën die een suboptimale ontsmetting hebben doorgemaakt, blijken minder gevoelig te reageren op een antibioticabehandeling. Toch is het volgens de onderzoeker niet zo dat bacteriën dan in staat zijn om hun eventueel aanwezige antibioticaresistentiegenen door te geven aan andere bacteriën.

Bekijk meer over:

Online kennissessies

Vitale Varkenshouderij

Meld je hier aan

Stelling

Loading

Weer

  • Dinsdag
    12° / 0°
    5 %
  • Woensdag
    12° / 1°
    10 %
  • Donderdag
    10° / 7°
    10 %
Meer weer