%27Sturen+op+goed+resultaat+en+vleeskwaliteit%3A+realistisch+of+illusie%3F%27
Blog
© ForFarmers

'Sturen op goed resultaat en vleeskwaliteit: realistisch of illusie?'

Elke vleesvarkenshouder wil goede resultaten halen en zo scherp mogelijk draaien. Dit is afhankelijk van de bigkwaliteit en deels zelf te beïnvloeden. Voor veel mensen klinkt dit allemaal logisch, maar toch zie ik onderweg allerlei zaken die nog verbeterd kunnen worden. Te beginnen met de bigkwaliteit.

Ten eerste is biestvoorziening cruciaal. Een big die geen biest binnenkrijgt, zal nooit een kwaliteitsbig worden. Biest is nodig voor energie, zodat de big warm blijft. Maar ook voor de ontwikkeling van het immuunsysteem en een gezond maag-darmkanaal. Wij adviseren per big een opname van minimaal 250 gram biest. Dieren die te weinig biest binnenkrijgen, hebben meer kans om te overlijden en zullen nooit optimaal presteren.

Na de biest en melk moet de big wennen aan vast voedsel. Daarbij is er een overgang van dierlijk eiwit naar plantaardig eiwit. Een flinke uitdaging voor het maag-darmkanaal. Zeker als we deze biggen nog gaan verplaatsen rond spenen en een extra stressmoment veroorzaken. Vast voedsel aanbieden voor het spenen zorgt ervoor dat dieren hier beter aan gewend raken en na het spenen ook beter blijven dooreten. Dit verbetert de (darm)gezondheid en daarmee de groei en uniformiteit van de biggen.

Verder moet je denken aan omstandigheden rond het spenen. Belangrijk is een schone, ontsmette, droge en warme afdeling. Daarnaast voldoende beschikbaar en kwalitatief goed drinkwater. Een goed klimaat in de afdeling waarbij te allen tijde tocht wordt voorkomen, is ook essentieel. Allemaal thema's die in de praktijk nog geregeld niet helemaal goed gaan en waar verbetering mogelijk is.

Ook de vleesvarkenshouder zelf heeft direct invloed op de resultaten die hij of zij draait. We zien bij de huidige genetica dat het (groei)potentieel van dieren steeds hoger ligt en daarmee ook de vraag naar voldoende nutriënten. Voldoende startvoer verstrekken heeft een positief effect op groei en voederconversie.

Maar we zien ook steeds vaker dat meer tussenvoer verstrekken een extra positief effect geeft. Uit meerdere proeven door ons uitgevoerd blijkt dat verstrekken van minimale hoeveelheden start- en jeugdvoer – samen 60 tot 90 kilo – minder goede resultaten geeft. Wij zien dat bedrijven die duidelijk meer voer verstrekken – samen 110 tot 140 kilo – een groei behalen die 25 tot 30 gram hoger ligt en een voederconversie die 0,10 tot 0,15 lager ligt. Daarmee is de rekensom snel gemaakt en is investeren in start- en jeugdgroei snel terugverdiend.

Wij sturen daarnaast met voer ook op vleeskwaliteit. Een breed begrip waaronder allerlei termen vallen, maar wel een actueel onderwerp. Verschillende concepten en afnemers vragen steeds vaker om een kwalitatief goed stukje vlees. Niet alleen prijs speelt daarbij een rol, maar ook smaak, structuur en beleving. Logisch omdat we gemiddeld per persoon per jaar 36 kilo varkensvlees eten. Ook hierbij komt de vliegende start weer kijken. Een gezond en tevreden dier zorgt uiteindelijk ook voor een beter en smaakvoller stukje vlees. Daar doen we het uiteindelijk met z'n allen voor.

Maarten Boerrigter
Nutritionist ForFarmers

Stelling

Loading

Weer

  • Vrijdag
    14° / 9°
    60 %
  • Zaterdag
    13° / 6°
    5 %
  • Zondag
    12° / 6°
    20 %
Meer weer