Wroetstal verlaagt ammoniakuitstoot met 80 procent bij gespeende biggen

Gedurende alle seizoenen zijn emissies gemeten bij zowel jonge als oudere biggen. Daarbij is de wroetstal vergeleken met een controleafdeling op hetzelfde bedrijf. De ammoniakemissie in de wroetstal komt uit op 79,4 procent minder dan de 0,69 kilo per jaar die een reguliere stal produceert. Ten opzichte van de controleafdeling, waar de uitstoot al lager ligt op 0,42 kilo, is de reductie 62,9 procent.

De methaanemissie daalt zelfs met 97,8 procent. Volgens de onderzoekers is dit vooral te danken aan de directe scheiding van mest en urine en de frequente afvoer van vaste mest naar aparte opslagen buiten de stal. Hierdoor vindt nauwelijks anaerobe afbraak plaats, wat normaal gesproken methaanvorming veroorzaakt.

Ook de lachgasemissie is met 97,6 procent fors lager dan in de controleafdeling. Wel merken de onderzoekers op dat de lachgasuitstoot in de controleafdeling relatief hoog is vergeleken met eerdere studies. Nader onderzoek is nodig om dit beter te begrijpen.

Minder geuremissie

De wroetstal reduceert daarnaast de geuremissie met 36,9 procent ten opzichte van de standaard emissiefactor voor reguliere huisvestingssystemen voor gespeende biggen. Eerder werd een reductie van 70 procent verwacht, gebaseerd op metingen bij vleesvarkens. De afwijking kan te maken hebben met verschillen in diercategorie, ventilatiesystemen en temperatuur. De onderzoekers adviseren aanvullend onderzoek naar de invloed van deze factoren op geur en hokklimaat.

Het stalconcept is gebaseerd op een dikke laag strooisel in het grootste deel van het hok, gecombineerd met een mestschuif onder een rooster achterin. Urine wordt direct afgevoerd naar een gesloten opslag, terwijl vaste mest meerdere keren per dag wordt verwijderd. Verse lucht stroomt via grondbuizen binnen, wat zorgt voor een stabiel klimaat: koel in de zomer en warm in de winter. Voorin het hok bevindt zich een dubbelwandige afdekking die een microklimaat creëert voor de biggen.

Meer fijnstof

Een nadeel van het systeem is de verhoogde uitstoot van fijnstof, die 140 procent hoger ligt dan in een reguliere stal met volledig rooster. Ondanks het gebruik van ionisatielampen sinds de start van de proef, blijft stofvorming een aandachtspunt. Droog strooisel dat niet in contact komt met mest of urine verstuift gemakkelijk. Daarom wordt geadviseerd om stofarm strooisel te gebruiken en dit regelmatig te verversen. Verdere optimalisatie van het strooiselbeheer kan deze bijwerking beperken.

Het feit dat het strooisel schoon en droog blijft dankzij de slimme hokinrichting en het stabiele stalklimaat is positief voor het welzijn en gedrag van de biggen. Daarmee draagt de wroetstal niet alleen bij aan emissiebeperking, maar ook aan diergezondheid.