
'Cent erbij zou CO2-voetafdruk van varkensvlees impuls bezorgen'
Het proces om de CO2-voetafdruk van varkensvlees met één druk op de knop te kunnen berekenen, is nog niet klaar. Door vakmanschap en efficiëntie is die al laag, zeker in vergelijking tot omringende landen. Finn de Bruijn merkt dat de keten gemotiveerd is om deze verder te verlagen. 'Over vijf jaar is het onbestaanbaar dat een varkenshouder in Nederland niet op CO2-voetafdruk stuurt.'
Voor een twintig weken durende stage in zijn derde jaar aan HAS green academy in Venlo klopte Finn de Bruijn aan bij aaff. Samen met senior bedrijfsadviseur Frank Steenbreker van die accountancy- en adviesorganisatie kwam de negentienjarige uit het Brabantse Vierlingsbeek uit bij een project in nauwe samenwerking met de Producentenorganisatie Varkenshouderij (POV) en de Coalitie Vitale Varkenshouderij.
De sector vooruithelpen bij het proces om de CO2-voetafdruk op varkensbedrijven op uniforme wijze snel en betrouwbaar te kunnen berekenen. Daarnaast boeren inzicht geven in hun handelingsperspectief; aan welke knoppen kunnen ze draaien om de CO2-voetafdruk op hun bedrijf een bepaalde richting op te sturen.
Van februari tot juli bezocht De Bruijn 35 varkenshouders om samen de CO2-voetafdrukrekentool op MijnPOV voor hun bedrijven in te vullen. 'Dan merk je dat bijvoorbeeld het aantal afgeleverde en/of aangevoerde varkens en de tonnen varkensvoeders met één druk op de knop zijn te verzamelen.'
Dagontmesting en mestverwerking drukken CO2-voetafdruk met bijna 20 procent
'Ga je verder om details in te vullen, zoals de nutriëntensamenstelling van de voeders waarvoor ze bij hun mengvoerleverancier moeten aankloppen of zaken op het gebied van mest en energie op hun bedrijven, dan zijn er zeker nog stappen te zetten', vervolgt de HAS-student.
Mindset veranderd
'Bezig zijn met de CO2-voetafdruk op je bedrijf heeft de mindset bij varkenshouders en andere ketenpartijen wat veranderd. De bewustwording van het belang om daarmee aan de slag te gaan groeit', constateert De Bruijn.
De student heeft zich vooral beziggehouden met de boerderijfase. POV-beleidsmedewerker Wilfried Goldewijk hield zich bezig met de mengvoerbedrijven. De belangrijkste bronnen die de CO2-voetafdruk van varkensvlees bepalen, zijn voer (60 tot 65 procent) en stal en mestopslag (25 tot 30 procent). Dieren bepalen 5 tot 10 procent, energie 1 tot 5 procent en transport, slacht en verwerking 3 tot 5 procent.
Data verzamelen en verwerken tijdens de opdracht bestempelt de stagiair als zeer arbeidsintensief, ondanks dat de deelnemers gemotiveerd waren om hun voetafdruk in beeld te krijgen. 'Op de boerderij details achterhalen, zoals RAV-codes of de typen energie, het energiegebruik en/of de productie en benutting van zonnestroom en energieleveranciers, is een puzzelwerk. Bovendien blijkt niet alles correct te vangen te zijn in standaarden.'
'Want hoe ga je bijvoorbeeld om met emissies van drijfmest in ondiepe kelders waar regelmatig mest uit wordt gehaald, terwijl het gemiddelde is gedefinieerd op zes maanden?', zegt De Bruijn tijdens zijn eindgesprek aan Steenbreker, POV-voorzitter Linda Verriet en hoofd nutritie Jan van Haperen van Fransen Gerrits. 'Elk varkensbedrijf verschilt en op details – zeker op het gebied van mest – moeten de rekenregels nog worden bijgeschaafd.'
Ondanks dat zijn stage draait om het verbeteren van het proces om te komen tot een exacte CO2-voetafdruk van biggen en vlees op varkensbedrijven, heeft de student al vingeroefeningen gedaan met resultaten. Zo blijkt dat vermeerderingsbedrijven die mest zes maanden onder de rooster opslaan een bijna 20 procent lagere voetafdruk per big kunnen behalen als ze mest dagvers uit de stallen zouden verwijderen en die mest meteen verwerken.
Data delen spannend
Zijn bevindingen leveren een levendige discussie op tussen De Bruijn zijn stagebegeleider en Verriet en Van Haperen. Zo blijken varkenshouders het spannend te vinden om data van hun bedrijf te delen met ketenpartijen. 'Ze zijn bang op hun CO2-voetafdruk afgerekend te worden, als ze die nu al gaan delen', merkt de stagiair op.
Daarom zijn ze het er allemaal over eens dat het belangrijk is dat een betrouwbare partij, zoals JoinData, die gegevens in opdracht van ondernemers veilig doorstuurt naar alleen die partner die ze zelf hebben gemachtigd. 'Wij kunnen onze varkenshouders nu al helpen hun voerdata correct op een rijtje te krijgen', zegt Van Haperen. 'De juiste gegevens per grondstof zitten in ons systeem en onze ICT is daar al op ingeregeld.'
Volgens De Bruijn is correcte data aanleveren voor menig diervoederleverancier nog een flinke uitdaging. 'Wel merk ik dat de CO2-voetafdruk ketenbreed steeds meer leeft. Als slachterijen varkenshouders met een bekende voetafdruk op hun bedrijf met 1 cent per kilo extra belonen, dan zou dat een boost geven en het op gang komen van de datastroom enorm versnellen.'
Steenbreker concludeert dat de stagiair prima werk heeft afgeleverd, waar de varkenssector verder mee kan. De Bruijn: 'Ik ben blij dat ik in veel verschillende keukens heb kunnen kijken en daarnaast mijn netwerk heb mogen verrijken.'
Bekijk meer over:
Lees ook
Meest gelezen
Blogs


