
'Marktkracht ligt in de Europese Unie'
In de Nederlandse varkenshouderij is en blijft een goede boterham te verdienen. 'Er ontstaat een nieuw evenwicht tussen het aantal vleesvarkens en zeugen, maar we kunnen goed concurreren in de Europese Unie. Mits het mestprobleem snel wordt beteugeld', stelt Frank Steenbreker van aaff.
'Ondanks de doorgaande veranderingen en de sectorkrimp liggen er veel kansen voor jullie, omdat de voerwinstverwachting gunstig is voor de komende jaren', hield bedrijfsadviseur Frank Steenbreker van aaff jonge varkenshouders voor tijdens een bijeenkomst van ForFarmers bij mestverwaarder Twence in het Overijsselse Zenderen.
De Nederlandse varkensproductie zal in 2027 zo'n 30 procent lager zijn dan in 2024: van 273.000 naar 190.000 varkensslachtingen per week. Die krimp gaat ten koste van regulier geproduceerde varkens. 'De vraag van Nederlandse retailers naar vleesvarkens met het Beter Leven-keurmerk (67.000 per week) neemt niet af. En ook de productie van biologische vleesvarkens (3.300 per week) zal vergelijkbaar zijn', geeft Steenbreker aan.
'Er zullen relatief meer varkenshouders in concepten produceren waarbij partijen in de ketens afspraken maken, geolied samenwerken en betalen op basis van kostprijs en een deel vrije marktprijs', denkt de bedrijfsadviseur. 'Dat biedt kansen voor blijvers en voorlopers, omdat de markt dan moet betalen voor de door hen gewenste aanpassingen: 3 euro per big uit een vrijloopkraamhok, 10 euro per vleesvarken met een krulstaart of 50 cent per big die op een leeftijd van vijf weken is gespeend.'
Een kostprijsmodel
Het is volgens Steenbreker dan wel noodzakelijk om te werken met één kostprijsmodel. 'Nu voeren drie partijen de berekeningen uit van vier kostprijsmodellen voor één ster van het Beter Leven-keurmerk. Als we niet opletten, worden dat er meer en wordt het nog ondoorzichtiger', waarschuwt hij. De bedrijfsadviseur ziet daarbij een regierol voor de Producentenorganisatie Varkenshouderij (POV).
De voerwinst blijft stijgen. In 2015 was die begroot op bijna 500 euro per zeug, in 2024 op 762 euro. In de vleesvarkenshouderij is de voerwinstverwachting gestegen van 75 euro naar 89 euro per gemiddeld aanwezig dier. Steenbreker verwacht dat er dit jaar enkele euro's bij komen. 'Een zorgpunt is het achterblijvende rendement in de vleesvarkenshouderij. De voerwinststijging van 20 procent blijft achter bij de toename van 60 procent in de zeugenhouderij.'
'De kosten van stallenbouw zijn met 60 procent gestegen. Dat maakt het lastiger om een nieuwe vleesvarkensstal rendabel te maken', zegt Steenbreker. 'Maar ook de hoge mestkosten moeten snel worden beteugeld om onze concurrentiepositie goed te houden.'
Bekijk meer over:
Lees ook

Meest gelezen
Blogs



Bedrijf in Beeld
Partners

Stelling
Nieuws van NieuweOogst.nl

