Check+altijd+op+parvo
Achtergrond
© Twan Wiermans

Check altijd op parvo

Vruchtbaarheidsproblemen kunnen allerhande oorzaken hebben, zoals griep, PRRS of een slechte voeropname door hitte. In alle gevallen is het nodig om te kijken of het parvovirus een (mede)oorzaak is en niet alleen bij mummies, adviseert dierenarts Martijn Steenaert van Boehringer Ingelheim.

Bij zeugen die mummies van verschillende afmeting werpen, zal iedere varkenshouder en dierenarts direct denken aan het parvovirus. ‘Dat zal dan ook vaak de oorzaak zijn’, zegt Steenaert. ‘Alleen blijft het daar niet bij. Parvo kan bij ieder vruchtbaarheidsprobleem een oorzaak of medeoorzaak zijn.’
Het parvovirus heeft de vervelende eigenschap dat het in ieder stadium van de dracht terechtkomt in de baarmoeder en daar negatief uitpakt voor de vruchten in de baarmoeder. Bij een infectie in de vroege dracht zorgt het parvovirus daardoor voor terugkomers.
De embryo’s sterven af en als dit voor vijf weken dracht gebeurt, komt de zeug terug. Raken de zeugen al voor de drie weken besmet, dan resulteert dit in een regelmatige terugkomer. Is de besmetting in een wat later stadium, dan zal het juist een onregelmatige terugkomer opleveren.
Dat betekent volgens Steenaert dan ook dat je bij terugkomers in de zomer of herfst de oorzaak niet alleen moet gaan zoeken in de temperatuur en slechte voeropname door de zeugen.
‘Het kan zomaar zijn dat er tegelijkertijd een doorbraak is van parvo. Dat kan komen doordat het vaccin dat je gebruikt niet meer goed beschermt tegen het virus en/of dat er in het vaccinatiebeleid omissies zitten.’

Niet snel verplaatsen

Omdat het parvovirus zich niet heel snel verplaatst in de baarmoeder, kan het bij een vroege infectie ook betekenen dat een deel van de embryo’s afsterft, maar dat er nog wel voldoende zijn om de dracht vast te houden. De zeugen komen dan niet terug, maar blijven dragend. Dat uit zich later in het werpen van een te kleine toom biggen.
Een infectie in een later stadium van de dracht zorgt meestal voor het klassieke beeld van parvo: mummies van verschillende leeftijden. Dat komt doordat het virus zich langzaam verspreidt in de baarmoeder.
Bij een nog latere infectie zijn er geen mummies maar tomen met een aantal doodgeboren biggen en/of minder vitale biggen. Een beeld dat waarschijnlijk eerder doet denken aan een PRRS-infectie, maar dus ook door parvo kan komen.

In ieder stadium van dracht

Ook allerlei mengvormen zijn mogelijk, zoals mummies en doodgeboren biggen. Het komt erop neer dat parvo in ieder stadium van de dracht kan zorgen voor vruchtbaarheidsproblemen.
‘Bij ieder vruchtbaarheidsprobleem is het daarom nodig om parvo mee te nemen in het onderzoek, om te zorgen dat je de juiste diagnose stelt. Parvo uitsluiten is een denkfout. Zoek je niet naar parvo, dan vind je het immers ook niet’, laat Steenaert weten.
Dat zeugenhouders en dierenartsen parvo niet meenemen in de diagnose komt ook doordat zeugen normaal gesproken standaard worden gevaccineerd tegen dit virus. Parvo zou dus niet meer de oorzaak van vruchtbaarheidsproblemen mogen zijn.

‘ Ondanks standaard- vaccinatie toch rekening houden met parvo’

‘Toch moet je rekening houden met parvo’, vindt Steenaert. ‘Ten eerste kan het zijn dat het vaccinatieschema niet goed is uitgevoerd of dat er zeugen zijn gemist bij het vaccineren. Een parvovaccinatie moet je elk half jaar herhalen en opfokzeugen moet je ruim voor de eerste dracht twee keer vaccineren.’
Daarbij hoor je volgens Steenaert wel eens dat hervaccinaties bewust worden overgeslagen. ‘De gedachte is dan dat de zeugen toch wel in aanraking komen met een natuurlijke infectie met het parvovirus en daardoor de tweede noodzakelijke booster krijgen. Dat is een risico. Parvo is inderdaad altijd wel ergens aanwezig, maar je weet niet of de zeugen er op het juiste moment en in voldoende mate mee in aanraking komen.’

Tegen nieuwe en oude stammen

Een tweede reden dat vaccinatie niet altijd goed beschermt, is het vaccin zelf. De meeste vaccins zijn gebaseerd op een parvostam van meer dan twintig jaar geleden. In de tussentijd is het parvovirus echter langzaam veranderd. Zo blijkt uit recent diagnostisch onderzoek op elf Nederlandse bedrijven waarbij parvo werd gevonden dat daarvan acht bedrijven te maken hebben met een nieuwe parvostam van het 27a gelijkende type.
Het nieuwe ReproCyc ParvoFLEX vaccin van Boehringer Ingelheim is gebaseerd op dit nieuwe type en beschermt daar goed tegen, net als tegen de oudere parvotypes. Het nieuwe vaccin kan dus vruchtbaarheidsproblemen helpen oplossen. Waarbij Reprocyc ParvoFLEX is te combineren met Reprocyc PRRS EU, waardoor dit twee prikken per jaar scheelt.

Geraadpleegde bronnen:
ReproCyc ParvoFLEX, Summary of Product Characteristics, 2019, www.ema.europa.eu
Streck, A.F., C.W. Canal, and U. Truyen, Molecular epidemiology and evolution of porcine parvoviruses. Infect Genet Evol, 2015. 36: p. 300-306.
Truyen, U. and A.F. Streck, Parvoviruses, in Diseases of Swine. 2019, Wiley-Blackwell. p. 611-621.
Streck, A., et al., Population dynamics and in vitro antibody pressure of porcine parvovirus indicate a decrease in variability. The Journal of general virology, 2013. 94.
Mészáros, I., et al., Biology of Porcine Parvovirus (Ungulate parvovirus 1). Viruses, 2017. 9(12): p. 393.

Online kennissessies

Vitale Varkenshouderij

Meld je hier aan

Stelling

Loading

Weer

  • Donderdag
    10° / 3°
    70 %
  • Vrijdag
    12° / 3°
    30 %
  • Zaterdag
    17° / 4°
    70 %
Meer weer