Geen+buffer
Blog
©

Geen buffer

De dreiging van Afrikaanse varkenspest (AVP) houdt ons allen bezig. Het is goed om er alles aan te doen om de ziekte buiten ons land en zeker buiten onze stallen te houden.

Uit de evaluatie van de vorige crisis met de Klassieke varkenspest in 1997-1998 is een duidelijk verbeterpunt gekomen: er is nood-opvangruimte nodig voor varkens voor de tijdsduur van zes weken. Dit dient om te voorkomen dat er onmiddellijk dieren ge-euthanaseerd moeten worden als er niet meer getransporteerd mag worden. Er worden immers meestal wekelijks nieuwe biggen geboren waardoor de aanwas elke week vanzelf toeneemt. Die biggen zitten al klaar in de baarmoeder van de zeug.

Ik merk dat dierenartsen zich uit welzijnsoverwegingen bezighouden met  de vraag op welke wijze de dieren ge-euthanaseerd moeten worden in het rampscenario dat we in Nederland AVP krijgen bij gehouden varkens. Moeten we zeugen aborteren, biggetjes doodspuiten, gebruik maken van gas euthanasie? Het is goed om daar over na te denken. Maar ik mis in deze discussie toch het teruggaan naar de basis: zorg voor opvangruimte voor de varkens.

Dat is in de huidige situatie nog geen sinecure. Want het betekent nogal wat: zes weken extra ruimte voor biggen. Dat is zowat de hele periode van spenen tot 25 kilo. Of zes weken ruimte voor vleesvarkens of fokgelten: dat wordt helemaal spannend. Als varkensbedrijven zoveel ruimte over zouden hebben, zou het absoluut niet economisch rendabel zijn. Het systeem van onze varkenshouderij is erop gebouwd dat alles door moet gaan, door – door – door. Dat is super efficiënt. Daar zijn we goed in hier in Nederland. Maar dat betekent ook dat er geen enkele buffer is voor onvoorziene omstandigheden.

Sinds de AVP-uitbraak bij wilde varkens in België, zien we dat de prijzen hard zijn gekelderd. Dit is pure marktwerking. Er zijn geen regels die export beperken omdat er geen AVP is vastgesteld bij gehouden varkens, maar vele partijen in andere landen sluiten meteen hun deuren voor Belgische varkens. Bedrijven in België komen meteen in de knel want de biggen en vleesvarkens moeten weg, de volgende biggen komen er namelijk alweer aan. Ook bedrijven in Nederland die biggen in België afzetten, komen snel in de problemen. De biggen moeten van het vermeerderings- of opfokbedrijf af, want de nieuwe koppels  blijven komen.

Mijn conclusie is dat we een efficiënt, maar ook een kwetsbaar systeem hebben. Welke oplossingen ziet de sector voor de basis van dit probleem?

Karien Koenders
Adviseur gezondheid Topigs Norsvin NL

Online kennissessies

Vitale Varkenshouderij

Meld je hier aan

Stelling

Loading

Weer

  • Donderdag
    10° / 3°
    70 %
  • Vrijdag
    11° / 2°
    50 %
  • Zaterdag
    17° / 5°
    70 %
Meer weer