Voeren met emmer, berekenen tot achter de komma
Momenteel ben ik op reis in Scandinavië met de collega’s van ons Nordic team. Op het moment dat ik dit schrijf ben ik in Finland waar wij als team de integratie HKScan bezoeken.
Deze tegelwijsheid vind ik erg toepasselijk. Met de introductie van onze nieuwe zeug de TN70 is ook de bijbehorende nieuwe (voer-)manual gepubliceerd. Voergroep van Topigs Norsvin heeft in de afgelopen 2 jaar hard gewerkt en geprobeerd een zo praktisch mogelijke handleiding voor eindgebruikers en de periferie te schrijven. Dit Is nog niet zo eenvoudig als het lijkt.
Na de publicatie en tijdens mijn bezoeken in diverse landen kom ik vaak in gesprekken terecht waarin opmerkingen vallen als ‘te duur’, ‘niet mogelijk’, ‘lastig te implementeren’, ‘het voerschema is wel erg hoog’, ‘klopt de voederconversie wel’ en ga zo maar door.
Op zich ben ik blij met deze reacties want het geeft aan dat de manual gelezen word. Bij het stellen van wedervragen zoals, ‘Hoeveel voert u per dag?’, ‘Wat is het gewicht bij dekken, werpen en spenen?’, ‘Wat zit er werkelijk in het voer?’ valt het vaak stil. Bij bedrijven die zelf voer samenstellen valt dezelfde stilte als je vraagt: ‘Hoe fijn wordt er gemalen?’, ‘Neemt u monsters per geproduceerde batch of per maand?’ Als het op al deze vragen niet stil blijft wordt er ‘ongeveer’ aangegeven bij wat ze doen.
Dit kan wat negatief overkomen wat betreft de gang van zaken in praktijk, maar dat is absoluut niet mijn doel. Het gaat juist om deze zaken die heel lang een barrière kunnen vormen voor verbetering of verandering op uw bedrijf of in de portfolio van bijvoorbeeld een mengvoerbedrijf. Vaak gaat de discussie nog steeds over de effecten op 100 kiloprijs en niet over de effecten op het dier, koppel of de productiegroep.
Tijdens mijn werkreis in Frankrijk kwam ik eveneens in een dergelijke discussie terecht. Het ging over het verhogen van 1 procent vezels in het opfokzeugenvoer. Dit zou de prijs verhogen. Echter op dit bedrijf werden de ‘mannelijke’ en vrouwelijke opfokdieren met dezelfde voeders gevoerd met een 2-fase voerprogramma. Nu is een 2-fasevoedering al een compromis maar ook borgen voeren met voeders voor gelten is zeker niet de goedkoopste manier van voeren! Op deze manier werd dus in de groeifase te weinig gevoerd met gevolgen voor groei en voederconversie. In de eindfase kregen de dieren veel te veel aan nutriënten. Denk hier minstens aan 3 gram verteerbaar eiwit per dag en 3 punten EW. En dan hebben wij het nog niet over de mineralen en vitaminen voor goed en stevig beenwerk!
Zo kan discussiëren in welke taal dan ook over waarden per kilo uren duren terwijl de voermachine bij wijze van spreken emmers voer verstrekt in luttele seconden. Mijn boodschap: de behoefte van uw dieren per dag gedeeld door een zo nauwkeurig mogelijke voergift geeft als resultaat een passend voer. Dan blijft u rekenen en kan de emmer met maatstreepje nog steeds heel praktisch zijn.Chris Opschoor, Adviseur keten/voeding Topigs Norsvin