Bij+aanpak+mestoverschot+is+meer+nodig+dan+grondgebondenheid+melkvee
Nieuws
© Jos Thelosen

Bij aanpak mestoverschot is meer nodig dan grondgebondenheid melkvee

De invoering van grondgebondenheid voor de melkveesector blijkt op zichzelf onvoldoende om het nationale mestoverschot terug te dringen. De inzet van renure en andere vormen van mestverwerking blijven noodzakelijk om het stikstofoverschot structureel aan te pakken, stelt adviesbureau Schuttelaar & Partners in een impactanalyse.

De studie van Schuttelaar & Partners is uitgevoerd in opdracht van Tweede Kamerlid Pieter Grinwis (ChristenUnie) en voormalig Kamerlid Harm Holman (NSC). Daarin wordt het effect doorgerekend van alle bekende en voorgenomen beleidsmaatregelen die de mestplaatsing, stikstofproductie en veestapel beïnvloeden.

Daarbij is gerekend zonder derogatie, dus met maximaal 170 kilo stikstof uit dierlijke mest op grasland. De nadruk ligt in dit onderzoek op het stikstofoverschot; het fosfaatoverschot is niet doorgerekend, maar kan zonder mestverwerking een knelpunt blijven.

De nationale stikstofproductie komt in 2035 naar verwachting uit op 351 miljoen kilo, terwijl de plaatsingsruimte daalt naar 273 miljoen kilo. Dit betekent een mestoverschot van 78 miljoen kilo stikstof. In 2023 werd 54 miljoen kilo verwerkt of geëxporteerd. Voor 2035 betekent dat een extra opgave van 24 miljoen kilo stikstof die moet worden verwerkt of geëxporteerd.

Door de invoering van graslandnorm neemt het stikstofoverschot niet extra af. Gemiddeld in Nederland is er per grootvee-eenheid namelijk 0,35 hectare grasland beschikbaar die volgens de wet grondgebondenheid wordt vereist. Wel voldoen regionaal niet alle melkveehouders aan de graslandnorm in 2035, met name in het zuidelijke concentratiegebied is dit het geval. Of dit leidt tot extra krimp van melkveebedrijven en of dat dan het mestoverschot verder verkleind is niet doorgerekend.

Zuiden blijft overschotregio

De stikstofdruk is het hoogst in Zuid-Nederland (Noord-Brabant, Limburg, Zeeland en Goeree-Overflakkee). Hier wordt het overschot in 2035 geschat op 33 miljoen kilo stikstof, waarmee de regio de grootste mestdruk houdt. Dat komt door de grote concentratie varkens, maar ook pluimvee en melkvee dragen bij aan dit overschot. Het blijft dus ook in de toekomst noodzakelijk om varkensmest grootschalig te blijven verwerken, over grotere afstand af te zetten of te exporteren. Naast dat zoals nu al gebruikelijk vrijwel alle pluimveemest wordt verwerkt en geëxporteerd.

Hoewel de graslandnorm zelf geen directe impact heeft op varkensbedrijven, heeft de ruimtedruk op mestafzet dat wel. In gebieden waar melkveehouders grond moeten aankopen of mais omzetten in grasland, kan het aanbod van beschikbare mestafzetcontracten voor varkenshouders verder onder druk komen te staan. Dit kan leiden tot hogere afzetkosten.

Renure geen wondermiddel

De studie laat zien dat de inzet van renure kan helpen, maar geen volledige oplossing biedt. Zelfs in een scenario waarin op alle landbouwgrond in heel Nederland 40 kilo stikstof uit renure wordt toegediend is er nog steeds een overschot van 34 miljoen kilo stikstof. In Zuid-Nederland, waar veel varkensbedrijven zitten, blijft dan nog een overschot van 22 miljoen kilo stikstof bestaan. Er blijf naast Renure dus de noodzaak tot mestverwerking. Als naast een forse inzet op Renure de bestaande verwerking van pluimveemest en varkensmest in stand blijft is het stikstof- en ook het fosfaatoverschot in Nederland in principe wel oplosbaar.

'De 40 kilo renure op alle landbouwgrond waar we mee hebben gerekend is erg ambiteus, het is de vraag of dat haalbaar is per 2035', aldus managing partner Harry Kager van Schuttelaar & Partners. 'Er moet dan nog heel veel capaciteit bijkomen en dat vergt flinke investeringen. Daarbij is nog niet alles duidelijk rondom de wetgeving over Renure.'

Mestverwerking blijft dus onmisbaar. De huidige verwerking van pluimveemest bedraagt al 34 miljoen kilo stikstof en ook varkens- en rundveemest moeten structureel worden verwerkt. In de laatste versie van het wetsvoorstel Grondgebondenheid en verantwoorde mestafzet is daarom de aanvoer van mest naar verwerkingsinstallaties uitgezonderd van de maximale transportafstand van 100 kilometer.

Dit is belangrijk voor varkenshouders die hun mest verder moeten afzetten, bijvoorbeeld richting installaties in het noorden of voor export. Ook de dikke fractie uit gescheiden varkensdrijfmest, of rundermest, die vaak op grote afstand wordt afgezet of na bewerking wordt geëxporteerd, valt buiten deze afstandsbeperking.

Stelling

Loading

Weer

  • Vrijdag
    13° / 9°
    100 %
  • Zaterdag
    11° / 8°
    70 %
  • Zondag
    8° / 6°
    10 %
Meer weer