De exportwaarde van Nederlands varkensvlees is in 2019 met ruim een kwart gestegen naar 2,3 miljard euro. De exportwaarde groeide met name naar de landen buiten de EU-28. De rest van de wereld betaalde 864 miljoen euro – een stijging van 61 procent – voor producten van varkens.
In het rapport ‘De Nederlandse agrarische sector in internationaal verband’ van Wageningen Economic Research (WER) staan interessante cijfers over de productie en prestatie van de agrarische sector in 2019 bijeen. Nederlandse varkenshouders produceerden samen zo’n 24,5 miljoen varkens per jaar. Net als afgelopen jaren worden in Nederland tussen de 4 en 5 miljoen varkens per jaar geproduceerd met één Beter Leven-ster en/of Varken van Morgen. Slechts enkele bedrijven voeren het predicaat scharrelvarkensvlees met twee Beter Leven-sterren. Naar schatting worden per jaar 130.000 biologische varkens (drie Beter Leven- sterren) geproduceerd.
Het marktaandeel van één Beter Leven-ster en Varken van Morgen is tussen de 15 en 20 procent. Dat van twee sterren is nagenoeg nul procent en biologisch is een half procent van de nationale varkensproductie. Ongeveer 80 procent van de varkens worden geproduceerd volgens de wettelijke minimumeisen in Nederland.
Van de totale waarde van de varkensproductie is een derde deel afkomstig van de inlandse vleesafzet. Maar liefst 67 procent van de waarde van de Nederlandse varkens- en varkensvleesproductie wordt binnengehaald via export: 49 procent via de vleesafzet en 17 procent via de levende export van vleesvarkens en biggen.
Het grootste deel van de exportwaarde wordt behaald via verkoop naar landen binnen de EU-28. Het gaat om 1,1 miljard euro, een stijging van 8 procent. Varkensvlees verhandeld in Italië vertegenwoordigt een exportwaarde van 321 miljoen en Duitsland 309 miljoen euro. Dat zijn de belangrijkste bestemmingen binnen Europa. De meeste euro’s met de export van varkensvleesproducten werd in 2019 binnengehaald uit China: 377 miljoen.