
Spanje trekt het hardst aan Nederlandse biggen
Waar traditioneel Duitse vleesvarkenshouders de grootafnemers van Nederlandse biggen zijn, is dit jaar totaal anders gestart. In de eerste vijf weken is de biggenstroom naar Spanje het grootst. Bijna de helft van de 553.662 biggen is daarheen getransporteerd.
De import- en exportcijfers van varkens die de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland tot en met week 5 heeft gepubliceerd, zijn opzienbarend. De biggenexport blijkt ook begin dit jaar nog op volle toeren te draaien. Er zijn 553.662 biggen afgezet bij vleesvarkenshouders in het buitenland.
Dat zijn bij benadering zo'n vier volle vrachtwagens met biggen minder dan in dezelfde periode in 2024, toen 557.830 biggen voor de export weggingen. In vergelijking met de jaarstart van 2023 zijn er zelfs zo'n 8.000 dieren meer geëxporteerd.
Bijzondere situatie
Dat de biggenexport al drie jaar op rij nagenoeg gelijk is gebleven in de eerste vijf weken van het jaar, is best bijzonder te noemen. Het zou logisch zijn als de export een tandje terugschakelde, want de omvang van de nationale zeugenstapel is in de tussentijd met zo'n 100.000 dieren afgenomen. Eind 2022 waren er nog circa 755.000 productieve zeugen, eind 2023 waren dat er 735.000.
Eind vorig jaar is dat aantal gezakt naar zo'n 670.000 en de beëindigingsregelingen Lbv en Lbv-plus gaan daar nog een flinke stempel op drukken. Volgens een prognose die Rabobank samen met verschillende sectorpartijen heeft opgesteld, komt het aantal productieve zeugen eind dit jaar uit rond de 620.000.
De cijfers bewijzen dat 2025 start met een unicum. Anders dan in alle voorgaande jaren blijken de meeste exportbiggen als bestemming Spanje te hebben. 49,4 procent van alle Nederlandse biggen die de eerste vijf weken van dit jaar in het buitenland zijn afgezet, vonden hun weg naar dat varkensrijke land in Zuid-Europa.
Duitsland tijdelijk verdrongen
Het marktaandeel van Duitsland brokkelde de laatste jaren al af, maar altijd bleven vleesvarkenshouders uit dit buurland de hoofdafnemers van Nederlandse biggen. Nu is 'slechts' 37,8 procent van de 553.662 exportbiggen in Duitse stallen terechtgekomen. België is en blijft de derde belangrijkste exportbestemming met 7,2 procent.
De verklaring voor die forse terugval van de export richting Duitsland ligt volgens varkensbemiddelaar Guus Hoefnagels van Interporc in de solitaire besmetting van mond-en-klauwzeer (MKZ) bij waterbuffels op 10 januari. 'Die zorgde voor een kink in de kabel. De biggenstroom met vaste afspraken in Duitsland kon doorgaan, maar de losse adressen haakten noodgedwongen af omdat het land op slot werd gegooid', legt hij uit.
De Duitse biggenprijzen zakten volgens de varkensbemiddelaar in twee weken tijd met 15 euro per big, wat handelaren dwong alternatieve afzetkanalen te zoeken.
PRRS-problemen
Dat Spaanse varkenshouders hard aan Nederlandse biggen trekken, is volgens Hoefnagels toe te schrijven aan de inlandse onderproductie door PRRS-problemen. 'Van Rosalia en andere PRRS-varianten hakken de gevolgen er deze winter flink in bij Spaanse zeugenbedrijven, ondanks een uitbreiding met 100.000 zeugen.'
In de periode van januari tot Pasen gaan traditioneel al veel Nederlandse biggen naar Spanje, vertelt Hoefnagels. 'De Duitse MKZ-kwestie heeft dat handelskanaal een impuls gegeven.'
Wel verwacht de varkensbemiddelaar van Interporc dat het biggenaanbod dit jaar merkbaar minder wordt door de effecten van de landelijke opkoopregeling halverwege 2025. 'Wie weet compenseren een geringer Nederlands aanbod en verminderde Spaanse vraag als de PRRS-perikelen milder worden, elkaar', besluit Hoefnagels.
Bekijk meer over:
Lees ook
Meest gelezen
Blogs




Bedrijf in Beeld
Partners

