
Giedo Steeghs: 'Pre-learning is een uitkomst bij de gelten'
De voerstations op het bedrijf van Van Asten in Panningen waren dringend aan vervanging toe. Na een zoektocht viel de keuze op Ilmar. Met name vanwege de aanpak met een pre-learning-station. Daardoor loopt het volgens bedrijfsleider Giedo Steeghs echt een stuk gemakkelijker.
Giedo Steeghs was begin vorig jaar bijna een dag per week kwijt aan onderhoud en storingen van de acht jaar oude voerstations. Vanuit meerdere adviseurs kreeg de Limburgse varkenshouder de tip om de voerstations van Ilmar in overweging te nemen.
Zeugenhouders die met dat systeem werkten waren er heel tevreden over, merkte Steeghs. En nog een belangrijke reden om voor Ilmar te kiezen, was het advies om altijd gebruik te maken van een zogeheten pre-learning-station voordat de gelten naar het aanleerstation gaan.
Het pre-learning-station is een flink vereenvoudigde uitgave van het voerstation. Het bestaat uit een droogvoerbak die op dezelfde plek staat als de voerbak in het voerstation en heeft twee dichte wanden waar de zeug tussen staat als ze aan het vreten is. Dit station heeft geen ingangshekje, de gelt kan er zo inlopen. Wel is er een uitgangspoortje zodat de gelten dit alvast leren.
Ze leren het zelf
Elke drie weken komt een groep van maximaal veertien gelten bij een van de zes pre-learning-stations. 'Daar hebben we geen werk aan', weet Steeghs. 'Ze leren het zelf. Van de honderden gelten hebben we er maar één uit hoeven halen omdat die het niet snapte.'
Na de pre-learning gaan de gelten in dezelfde groep naar een hok met een aanleerstation. De meeste gelten lopen de eerste dag al door het station om te eten. De paar dieren die er de volgende dag nog niet doorheen zijn geweest, worden een handje geholpen. Daarna snappen ze het volgens Steeghs allemaal. 'Dat scheelt veel tijd met toen we geen pre-learning station hadden. En daardoor vallen de gelten ook niet meer af, terwijl dat voorheen wel gebeurde.'
De eerste dagen staat de ingangscontrole nog uit en krijgen de gelten ruim de tijd om naar binnen te lopen. 'Sluit het hek te snel en komt de gelt ertussen, dan wil ze er een week lang niet meer doorheen. Daarom gaat het sluiten langzaam', vertelt Steeghs. Na drie weken in het aanleerstation gaan de gelten naar de inseminatiestal. De dieren zijn in de groep van het aanleerstation gesynchroniseerd, zodat ze in hetzelfde berigheidsstadium zijn.
Na het insemineren gaan de gelten naar de grote groep. Die bestaat voor 90 procent uit gelten en voor 10 procent uit oudere zeugen, die voor rust in de groep zorgen. Naast de gelten is er een tweede groep met tweedeworpszeugen en zeugen die in minder goede conditie uit het kraamhok komen. In beide andere groepen lopen alle oudere zeugen.
Ruim voldoende stations
Iedere groep van ongeveer 270 zeugen heeft de beschikking over zes voerstations. Vijf stations had ook gekund, geeft de ondernemer aan. 'Maar er is er nu een extra voor het geval er een keer een storing is. Dan hebben de zeugen altijd nog ruim de tijd om het voer op te nemen.'
Het controleren van de zeugen kost weinig tijd. Op de duizend zeugen zijn er een stuk of vijf per dag die even opgezocht moeten worden om te kijken waarom ze niet zijn gaan eten. Vaak is het niets bijzonders. Is er wel wat aan de hand, dan is meestal kreupelheid de oorzaak. Met de oude voerstations liepen de resultaten bij de zeugen wat achteruit. Nu zit de opgaande lijn er volgens Steeghs weer goed in.
Wat ook meespeelt, is dat hij is overgeschakeld op een andere voerleverancier en de Ilmar-stations twee voersoorten kunnen doseren. De gelten krijgen nu een luxer voer met meer eiwit. De tweedeworps en magere zeugen krijgen de eerste 35 dagen een luxe voer en daarna een standaardvoer met wel een hoog-laag-hoogcurve. De oudere zeugen krijgen de hele cyclus een standaardvoer met een hoog-laag-hoogcurve.
Bekijk meer over:
Lees ook
Meest gelezen
Blogs




Bedrijf in Beeld
Partners
Stelling
Nieuws van NieuweOogst.nl

