DLV Advies verwacht weinig belangstelling voor innovatie en verplaatsing
De belangstelling voor de innovatie- en verplaatsingsregeling kan weleens flink tegenvallen. Volgens adviseur financieel management Marco Hol van DLV Advies zijn de voorwaarden in beide regelingen te beperkend voor de veehouders om de stap te durven wagen.
Bij de innovatieregeling is een ingrijpende beperking het verbod om de komende vijf jaar niet te mogen groeien ten opzichte van referentiejaar 2021. Daarbij geldt die vijf jaar pas vanaf het moment dat de aanvraag voor de subsidie is vastgesteld.
'Het kan in de praktijk betekenen dat een bedrijf wel tien jaar te maken heeft met stilstand', stelt Hol. 'Want je moet eerste de vergunning rond hebben, de investering in de innovatie doen en dan pas kun je een vaststellingsverzoek indienen. Dan is het zomaar 2026 en mag je vanaf dan vijf jaar niet groeien, dus tot 2031. En hoe moet het als een melkveehouder sinds 2021 bijvoorbeeld is gegroeid van 100 naar 110 koeien?'
Daarbij komt dat extra investeren in een bedrijf volgens de adviseur juist doorgaans gepaard gaat met groei om die investering terug te verdienen.
Passende beoordeling niet gereed
'En zijn deelnemers aan de regeling gevrijwaard van verdere toekomstige eisen zoals het klimaat?', vraagt de Producentenorganisatie Varkenshouderij (POV) zich af. 'Het verkrijgen van een vergunning is zeker niet gemakkelijk. De zogeheten passende beoordeling is niet gereed.'
Voor varkenshouders geldt dat ze moeten investeren in luchtwassers, terwijl er voor de innovatieregeling ook verbeteringen nodig zijn op het gebied van dierenwelzijn en brandveiligheid. Dat valt volgens de POV en DLV Advies niet goed met elkaar te rijmen. 'Bovendien is er wel een aantal luchtwassers goedgekeurd, maar is daar nog discussie over', aldus Hol. 'En aanpak bij de bron is in bestaande varkensstallen vaak heel lastig.'
Tijdgebrek voor verplaatsen
Voor wat betreft de verplaatsingsregeling voor de piekbelasters geldt dat ze zelf zullen moeten zoeken naar een geschikte locatie zonder piekbelasting. Ze dienen dan binnen twee jaar na de subsidietoekenning te verhuizen en dat moet binnen drie jaar zijn afgerond.
'Ten eerste is het niet eenvoudig om geschikte locaties te vinden, zeker omdat de veehouders meestal het liefst in de eigen regio blijven', weet Hol. 'Vervolgens is het verkrijgen van de benodigde vergunningen ook hier een breekpunt. Want aan de locatie waar je naartoe verplaatste moet vaak ook wel wat gebeuren. Op een zeugenbedrijf kunnen er bijvoorbeeld te weinig biggenplaatsen zijn of er moet nog een luchtwasser bij om aan alle eisen te voldoen. Is het vergunningsstuk wel tijdig rond?'
Veehouders kunnen voor een verplaatsing 50.000 euro subsidie krijgen voor een haalbaarheidsanalyse. Dat geld komt dan wel uit de pot voor de verplaatsingssubsidie die 105 miljoen euro bedraagt. Daarvan is 15 miljoen beschikbaar voor de haalbaarheidsstudie, dus voldoende voor 300 veehouders. Dan blijft er nog 90 miljoen over voor de verplaatsers. Per bedrijf heb je het volgens Hol al snel over in totaal zo'n 4 miljoen euro. 'Dus dan kunnen er zo'n 23 bedrijven worden verplaatst.'
Regeling komt te laat
Andere complicerende factor is dat de regelingen feitelijk te laat komen. Veehouders zouden kunnen kiezen tussen opkopen, innoveren of verplaatsen. 'Een flink deel van de veehouders die zich heeft ingeschreven voor de Lbv-plus moet op heel korte termijn al beslissen of ze meedoen of hebben dat al moeten beslissen', geeft de DLV-adviseur aan.
'Met alle beperkende factoren in de nieuwe regelingen kun je niet snel beslissen voor innoveren of verplaatsen', vervolgt Hol. 'En zou je eigenlijk je aanvraag voor de stoppersregeling maar terug moeten sturen en in december opnieuw moeten indienen om meer tijd te krijgen voor de beslissing.'
Kortom, Hol verwacht niet dat veel veehouders gebruik zullen gaan maken van de innovatie- of verplaatsingsregeling. 'Het lijkt wel of het regelingen voor de bühne zijn. Wil men wel echt een alternatief bieden voor de opkoopregeling?'
Niet voor pluimveehouderij
Overigens staat de innovatieregeling niet open voor pluimveebedrijven. Die kunnen deze keuze dus niet maken, omdat er volgens het ministerie geen geschikte systemen zijn erkend.
Naast opkopen, innoveren of verplaatsen kunnen veehouders nog kiezen voor omschakelen of extensiveren. De omschakelingsregeling vergt ook grote aanpassingen omdat op veel thema's als stikstof, biodiversiteit, CO2-uitstoot, dierenwelzijn en bijvoorbeeld gewasbescherming een verbetering moet worden bereikt. Deelnemen aan deze regeling is dus ook niet eenvoudig en levert dan als voordeel een lagere rente.
Extensiveringsregeling
De extensiveringsregeling lijkt nog wel interessant en is zeer ruim overtekend. 'Vooral door de melkveehouders die al redelijk extensief waren en bezig waren met plannen voor de omschakeling naar biologisch, een niche tak of een tak erbij', stelt Hol. 'Die kunnen er hun voordeel mee doen.'
De vraag die voor Hol overblijft is wat de overheid gaat doen met de piekbelasters die niet stoppen of deelnemen aan een van de regelingen. Het provinciale stikstofbeleid die voor deze bedrijven nog wat zou kunnen beteken is ook afgeschaft.