Latente ruimte wordt nauwelijks opgevuld

De latente ruimte die aanwezig is in milieuvergunningen en -meldingen zal de komende jaren niet of nauwelijks worden opgevuld. Er zijn andere factoren als dier- en fosfaatrechten en bijvoorbeeld kosten voor mestverwerking die dit voorkomen. Dat blijkt uit een onderzoek door Pouderoyen Compagnons en Wageningen Universiteit.

Het onderzoek is uitgevoerd bij de veehouderijen rond het Natura 2000 gebied De Peelvenen. Het is uitgevoerd voor BIJ12 - een gezamenlijke uitvoeringsorganisatie voor de provincies - om meer zicht te krijgen op de hoeveelheid onbenutte emissieruimte in bestaande vergunningen.

Bij het onderzoek waren ruim 2.500 veehouderijen betrokken binnen een afstand van 10 kilometer van de Peelvenen. Uit het onderzoek blijkt dat de ammoniakuitstoot in de afgelopen zes jaar is gedaald met 13 procent. De vergunde veebezetting is daarbij met 4 procent gestegen. Het aantal bedrijven daalde met 8 procent.

Flinke latente ruimte

De latente ruimte in de bedrijven met een milieuvergunning is 25 tot 30 procent. De theoretische ruimte is echter nauwelijks opgevuld. Er is juist een afname geweest van de ammoniakemissie. Ook extern salderen zoals dat voor invoering van de PAS plaatsvond, heeft nauwelijks effect gehad op het gebruik van de latente ruimte. Er zijn veel andere factoren die een rem zetten op uitbreiding van het aantal dieren. Op basis daarvan verwachten de onderzoekers dat het niet aannemelijk is dat latente ruimte in de toekomst wél voor een groot deel zou worden opgevuld.

Lees hier het rapport onbenutte emissieruimte.