Insuline speelt belangrijke rol in vruchtbaarheid zeug

Als de zeug na het spenen in de dekstal komt, is de melkgift overbodig. Deze zal opdrogen, waardoor de voorbereiding op de eisprong op gang komt. Een goede eisprong vereist een goede eiwit- (lysine) en zetmeelopname, ook in de kraamstal. Dit verhoogt de insulinepiek in het bloed, waardoor de eisprong sneller en beter plaatsvindt.

Om nog eventuele overtollige melk af te voeren, heeft de zeug veel water nodig om afvalstoffen via de urine kwijt te raken. Een onbeperkte, ruime watergift is daarom belangrijk. De urine van de gespeende zeugen moet licht van kleur zijn en niet of nauwelijks ruiken, wat betekent dat de zeug voldoende drinkt.

Veel voer leidt tot veel insuline. Veel insuline leidt tot meer follikels die afrijpen. Snel verteerbaar zetmeel en suiker in het voer leiden tot een snelle en hoge insulinepiek. Dit draagt bij aan een kortere ovulatieduur, waardoor de uniformiteit van de toom toeneemt. Let op: u kunt ook teveel voeren, wat juist een negatief effect heeft op de uniformiteit. Voer liever 5 dagen 3 kg voer per zeug per dag, dan 3 dagen 4 kg voer en daarna een lagere opname op dag 4 en 5. De richtlijn voor het spenen-dekkeninterval van 5 dagen is de opname van 17,5 kg Zeugen Superflush. Deze speciale voersoort voor de dekstal bevat met name veel suikers en zetmeel om de eisprong te stimuleren. Uw Agrifirm adviseur vertelt u graag meer over een optimale aanmaak van insuline bij uw zeugen.

Neem gerust contact met hem op, of bel Klantenservice van Agrifirm T 088 488 29 74.

Erwin Ros

specialist Zeug en Big