Ik wil het met u hebben over iets wat me de laatste maanden bezighoudt, verbaasd en verontrust. Hoe komt het voerschema van zeugen tot stand? Was dit het resultaat van een welsprekend adviseur? Is het gebaseerd op basis ervaringen uit verleden? Was het oog van de meester leidend? Stond het in een boekje? Is het voeren van zeugen één van de thema’s die uw studieclub-deelname zinvol maken?
Helaas moet ik concluderen dat alles wat hierboven staat, een rol speelt. Laat ik deze blog daarom gebruiken om u wakker te schudden. Opnieuw de focus brengen of de aanzet geven om eens goed te monitoren wat u nu doet. Een voerschema voor zeugen na dekken moet gebaseerd zijn op de volgende zaken:
- Het type zeug (Topigs 20, TN70, Z-lijn of landras);
- De pariteit;
- De conditie bij het insemineren.
Deze drie zaken bepalen de behoefte per dag. Als daarbij de inhoud van het voer - een zeer belangrijk element in het geheel - wordt toegevoegd, ontstaat het aantal kilo’s per dag dat de zeug nodig heeft.
Rekent u eens mee. We rekenen met een eersteworps TN70-zeug van 170 kilo bij insemineren. Wat zegt ons de 170 kilo op het moment van insemineren? We zoeken het op in de handleiding van de TN70 (tabel 22 op pagina 55). Daaruit valt op te maken dat 170 kilo lager is dan de laagste norm van 180 kilo. Kortom: er is extra herstel nodig. Bladeren we enkele pagina’s terug (tabel 15 op pagina 42) dan lees je dat lichte zeugen tenminste 300 gram voer per dag meer nodig hebben.
In tabel 12 - die de behoefte per dag weergeeft van tweedeworps zeugen in het eerste deel van de dracht (49 dagen) - is af te lezen dat ze een behoefte hebben van ten minste 2,7 kilo voer (met 1,0 EW en 4,8 SID Lysine/kilo voer). Optelsom voor het voerschema is dus in dit geval: 2,7 kilo + 0,3 kilo herstel dus 3,0 kilo! Stelt u zich eens voor dat u alle zeugen 3,0 kilo zou voeren omwille van het voersysteem, groepshuisvesting of omdat u dat doet op basis van ervaringen van de overbuurman. Of stelt u zich eens voor wat de gevolgen zijn van het gebruik van voer dat geen 1,0 EW heeft maar 1,03 EW bevat. Of dat het voer geen 4,8 SID lysine maar 4,4 SID lysine per kilo bevat. En stelt u eens voor wat het verschil zou zijn als het geen TN70 van 170 kilo was maar een Topigs 20 die 180 kilo weegt bij insemineren. In alle gevallen voert u er volgens mij behoorlijk naast.
Kortom: het gewicht van de zeugen, de spekdikte, de inhoud van het voer en de mogelijkheid om onderscheid te maken in uw drachtstal tussen zeugen maken het moeilijk om precisievoeding bij zeugen toe te passen.
Daarom deze wake-up call. Kijk eens naar het voerschema, controleer wat u doet, verzamel gegevens en evalueer. Zorg ervoor dat het voerschema gebaseerd is op feiten. Dat maakt voeding zeugen tot een prachtig werk.
O ja, voeding in de dracht heeft ook invloed op de toomkwaliteit. Dus het betaalt zich dubbel en dwars uit.
Chris Opschoor
Adviseur keten/voeding Topigs Norsvin
Lees ook
Meest gelezen
Krulstaart vraagt om extra aandacht
06-12-2024
'Dilemma van stunten met vlees'
05-12-2024
Blogs
Een sterk team scoort!
Vandaag, 08:30
'Dilemma van stunten met vlees'
05-12-2024
'Goud voor The Pig Story'
28-11-2024
'Hoe gaat de wind waaien?'
25-11-2024
Bedrijf in Beeld
Partners
Stelling
Loading