Begin november is een principeakkoord bereikt over een cao Dierhouderij, maar nu heeft LTO Nederland het akkoord niet ondertekend. De cao betreft afspraken in de periode januari 2014 tot 1 januari 2016.
LTO Nederland heeft besloten om niet in te stemmen met de cao omdat deze niet algemeen verbindend kan worden verklaard door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vanwege een te lage representativiteit. Een algemeen verbindend verklaring (AVV) wordt pas afgegeven als meer dan 60 procent van de werknemers in dienst is van leden van de ondertekenende partijen. De leden van LTO Nederland hebben onvoldoende medewerkers in dienst om aan dat criterium te voldoen.
Als LTO akkoord zou zijn gaan, dan zouden alleen LTO-leden gebonden zijn aan de nieuwe cao Dierhouderij, wat in bepaalde gevallen tot concurrentienadeel kan leiden. Omdat de afspraken in de cao Dierhouderij inhoudelijk goed zijn, gaat LTO op zoek naar mogelijkheden om alsnog tot een AVV te kunnen komen.
Volgens Jules Sanders van LTO Noord is er een lastige situatie ontstaan en dringt de tijd. “We willen bekijken of het mogelijk is om de representativiteit te verhogen door bijvoorbeeld afspraken te maken met de dierlijke vakbonden en de POV. Het kan echter wel maanden kosten totdat voldoende representativiteit is gerealiseerd. Stel dat het over half jaar gelukt is, dan moeten we alsnog kijken hoe de afspraken over bijvoorbeeld de loonsverhogingen het beste doorgevoerd kunnen worden. Met terugwerkende kracht iets regelen werkt praktisch gezien ook niet.”
Lees het bericht op de werkgeverslijn.