“Terug naar de laarzen en de overall”

Sinds 1 april dit jaar werk ik in de Universitaire Landbouwhuisdieren Praktijk te Harmelen (Utrecht). Ik bezoek bedrijven en dan schuif ik (meestal) 1 maal per 4 weken aan aan de keukentafel, of zoals de eerste maand gebruikelijker was, op het zonnige terras.

Na zes jaar Gezondheidsdienst voor Dieren is dat duidelijk ander koek. Het is echter ook “terug van weggeweest”. Een aantal jaren geleden begeleidde ik ook bedrijven, maar toen vanuit mijn baan op de Faculteit voor Diergeneeskunde.

Zo kwam ik vorige week op een bedrijf waar ik zes jaar niet meer geweest was. Sinds die tijd zijn er een paar afdelingen voor gespeende biggen bijgekomen, de grote uitbreiding gaat binnenkort van start. Na een korte (hernieuwde) kennismaking met de varkenshouder en zijn vrouw liep ik door de kraamstallen. Zoals gebruikelijk bij onze praktijk: met studenten.

De studenten waren goed voorbereid en wisten dat ze bij een varkenshouder kwamen die graag de puntjes op de i zet en veel tijd besteedt aan de kraamstallen. De studenten merkten meteen op dat de tomen erg mooi uniform waren en de biggen goed gevulde buikjes hadden. Sommige tomen hadden wat grotere biggen, andere wat kleinere, maar de uniformiteit was prima......dat hadden ze op andere bedrijven wel anders gezien. Voor mij was het een herkenbaar beeld, bij deze varkenshouder zag ik 6 jaar geleden ook zeer uniforme tomen, weinig uitval, ook bij de gespeende biggen.

De verklaring voor de uniformiteit was natuurlijk snel te vinden; de varkenshouder beschouwt een kraamafdeling als “een hok met dieren met eenzelfde gezondheidsstatus” en hij legt biggen, nadat ze genoeg biest hebben gehad “op maat” bij elkaar. “Werkt al jaren prima”, zo luidde zijn reactie, hij heeft geen redenen om het anders te doen, het aantal dierdagdoseringen komt met moeite boven de 3!

Toch ben ik er niet gerust op. Eén van de grote veranderingen van de laatste 10 jaar is de toename in grootte van bedrijven en juist deze toename vraagt aandacht! Een ziekte uit zich op een klein bedrijf immers anders dan op een groot bedrijf. Dat rekende Gonnie Nodelijk al uit voor PRRSv en voor een heel groot aantal ziektes geldt hetzelfde principe.

Deze zomer gaat de spa de grond in voor de bouw van een nieuwe dragende zeugenstal en uitbreiding van het aantal zeugenplaatsen. De hoogste tijd om de gevolgen van de uitbreiding met hem te bespreken. Wordt vervolgd.

Hetty van Beers
Universitaire LandbouwhuisdierenPraktijk