'Marktbescherming bij zelfvoorzienend zijn'

Het onderzoek van de Chinese overheid naar subsidies in de Europese varkenshouderij heeft dus zeker ook te maken met het feit dat China zelfvoorzienend aan het worden is. Natuurlijk willen Chinese varkensverwerkers nog graag de goedkope oren, poten en staarten van de Europese varkens inkopen. Maar de Chinese varkenshouders willen dat natuurlijk niet. Immers, dat zet hun varkensprijzen onder druk. Voor Chinese consumenten zijn varkensoren een delicatesse en geen afval.

Dit betekent dat er geleidelijk aan voor de Nederlandse varkenshouders en varkensvleesverwerkers minder afzetmogelijkheden komen op de internationale markt. Iedereen herinnert zich nog de hoge varkensprijzen in 2019, 2020 en 2023 door de forse exporten van varkensvlees naar China. Het is zeker dat dit alleen nog een keer zal voorkomen als in China weer een vreselijke varkensziekte uitbreekt zoals Afrikaanse varkenspest in 2018. Op zulke incidentele gebeurtenissen kunnen we als Nederland geen rendabele varkenshouderij bouwen.

In China zijn de varkensprijzen nog relatief laag en dat al lange tijd. Dit betekent dat een lage kostprijs nu ook voor Chinese varkenshouders de enige mogelijkheid is om te overleven. De grote varkensbedrijven groeien nog steeds en de kleinere vallen in steeds grotere aantallen uit. Deze efficiencyslag betekent ook dat er veel wordt geïnvesteerd in automatisering en innovatie, het liefst via kunstmatige intelligentie (AI). AI maakt ook in China westerse kennis gemakkelijker toegankelijk, want deze systemen hebben weinig moeite met de verschillende Europese talen. Oftewel: marktbescherming en gebruik van kennis die via internet voor iedereen wereldwijd toegankelijk is, helpen de Chinese varkenshouderij verder.

Jan Merks
Onafhankelijk adviseur in China