Aantal varkens in Nederland duikt onder de 10 miljoen

Sinds 1979 is de varkensstapel in Nederland niet meer zo klein geweest. Het CBS telde op de peildatum 1 april 2025 1.900 hokdierbedrijven met varkens. Dit is 7,1 procent minder dan het voorgaande jaar.

Wat vooral opvalt, is dat het voornamelijk de kleinere varkensbedrijven zijn die verdwijnen. In één jaar tijd nam het aantal hokdierbedrijven met minder dan vijfhonderd varkens af met 10,9 procent. Bij hokdierbedrijven met tussen de twee- en vijfduizend varkens ging het om een daling van 10,4 procent. Van alle varkens in Nederland wordt 94 procent gehouden op hokdierbedrijven. De overige 6 procent wordt gehouden op veeteeltcombinatiebedrijven (met zowel graasdieren als hokdieren) en op bedrijven die zowel gewassen als vee houden.

Srv en Lbv

Een belangrijke reden voor deze afname ligt bij de verschillende stoppersregelingen waarvan varkenshouders gebruik konden maken. De bekendste zijn de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv) en de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv).

In vergelijking met 2015 is het aantal hokdierbedrijven met varkens met bijna de helft, 45,9 procent, verminderd. Vooral kleine en middelgrote bedrijven verdwenen: bedrijven met vijfhonderd tot tweeduizend dieren en bedrijven met twee- tot vijfduizend varkens zijn in aantal gehalveerd. Van de kleine bedrijven, met maximaal vijfhonderd dieren, resteert nog ongeveer een derde ten opzichte van tien jaar geleden. Het aantal grote bedrijven met meer dan vijfduizend varkens bleef relatief stabiel in deze periode.

Het gemiddelde aantal varkens per bedrijf is in tien jaar tijd bijna 50 procent toegenomen. In 2025 houdt een gemiddeld hokdierbedrijf zo’n vijfduizend varkens. Dat is 2,4 procent meer dan een jaar eerder en bijna de helft meer dan tien jaar geleden. Deze groei komt vooral doordat vooral de kleinere bedrijven zijn gestopt, waardoor de resterende bedrijven gemiddeld groter zijn geworden.