Piekbelastersregeling+is+effectiever+dan+algemene+Lbv%2Dregeling
Nieuws
© Twan Wiermans

Piekbelastersregeling is effectiever dan algemene Lbv-regeling

Het opkopen van boerenbedrijven via de piekbelastersregeling Lbv-plus is vijf keer effectiever dan via de algemene Lbv-regeling. Dat blijkt uit een rapport over de stikstofaanpak van de Algemene Rekenkamer, gepubliceerd op Verantwoordingsdag.

Verantwoordingsdag vindt jaarlijks plaats op de derde woensdag van mei. Op deze dag legt het kabinet verantwoording af over het gevoerde beleid van het afgelopen jaar, en worden de jaarverslagen en rapporten van de Algemene Rekenkamer aan de Tweede Kamer aangeboden. Voor het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur werd onder andere de Landelijke beëindigingsregeling veehouderij (Lbv) onderzocht.

Om de stikstofneerslag op Natura 2000-gebieden terug te dringen, wil het kabinet het aantal landbouwbedrijven rond deze natuurgebieden verminderen. Hiervoor zijn twee beëindigingsregelingen opgezet met een gezamenlijk budget van bijna 3 miljard euro: 1.102 miljoen euro voor de Lbv (gericht op alle veehouders met een hoge stikstofuitstoot) en 1.820 miljoen euro voor de Lbv-plus (specifiek gericht op piekbelasters).

Meer aanmelders voor Lbv-plus

Uit het rapport blijkt dat de Lbv-plus-regeling per uitgegeven euro belastinggeld ruim 5,4 keer meer stikstofuitstoot op Natura 2000-gebieden heeft gereduceerd dan de reguliere Lbv-regeling. Bovendien melden zich naar verhouding drie keer zoveel veehouders aan voor de Lbv-plus. De daadwerkelijke stikstofreductie hangt echter af van het aantal veehouders dat het hele traject doorloopt en hun bedrijf beëindigt.

Relatief gezien is het aantal aanmeldingen voor de Lbv-plus hoger (33 procent van de doelgroep) dan voor de Lbv (8 procent). Een belangrijke verklaring hiervoor is de hogere vergoeding. Bij de Lbv wordt 100 procent van de verloren productiecapaciteit vergoed, terwijl dit bij de Lbv-plus 120 procent is, inclusief een vergoeding voor sloopkosten.

De Lbv-regeling richt zich op 8.000 veehouders en is tot nu toe 666 keer aangevraagd. De Lbv-plus is bedoeld voor 2.800 veehouders en heeft 921 aanvragen ontvangen. Door de ruimere vergoedingen zijn de kosten per gestopte veehouder bij de Lbv-plus gemiddeld hoger. Tegelijkertijd levert deze regeling per euro overheidsgeld wel ruim vijf keer zoveel stikstofreductie op.

Een bepalende succesfactor is de afstand van de veehouderij tot een Natura 2000-gebied. Hoe dichterbij een bedrijf ligt, hoe effectiever en efficiënter de beëindiging blijkt te zijn — zelfs wanneer er 20 procent extra vergoeding wordt betaald.

Geen vergelijking mogelijk

Bij het vaststellen van de verhoogde vergoeding voor de Lbv-plus speelde de wens van voormalig minister Christianne van der Wal (Stikstof) voor een 'woest aantrekkelijke' regeling een belangrijke rol. Het ministerie heeft echter niet onderzocht of een lagere vergoeding hetzelfde effect zou hebben gehad. Volgens de Rekenkamer is het daarom niet duidelijk of de regeling mogelijk nog efficiënter had kunnen zijn.

Eerder onderzoek naar de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen in 2024 liet zien dat na bedrijfsbeëindiging 40 procent van de grond een agrarische herbestemming kreeg, vaak voor akkerbouw of groente- en fruitteelt. 'Dit brengt ook risico’s voor de natuur met zich mee, bijvoorbeeld door het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen', aldus de Rekenkamer.

Ook bij de Lbv en Lbv-plus bestaat volgens de Rekenkamer het risico dat, ondanks de stikstofreductie, de omliggende natuurgebieden onder druk blijven staan door andere vormen van milieubelasting.

Stelling

Loading

Weer

  • Vrijdag
    13° / 7°
    50 %
  • Zaterdag
    16° / 8°
    90 %
  • Zondag
    18° / 13°
    50 %
Meer weer