Immuunsysteem+varken+nog+lang+niet+klaar+bij+geboorte
Achtergrond
© Varkens Archief

Immuunsysteem varken nog lang niet klaar bij geboorte

Hoe meer kennis er komt van het immuunsysteem, hoe complexer het wordt. Dat stelden dierenartsen en wetenschappers Chris Chase en Alex Ramirez tijdens een webinar van National Hog Farmer. Het immuunsysteem is een lerend systeem en bij de geboorte nog lang niet klaar. Het heeft nog biest nodig, energie, eiwit, water, goede bacteriën en vaccins.

Het immuunsysteem bestaat grofweg uit drie onderdelen: de huid en slijmvliezen als eerste barrière, het aangeboren immuunsysteem met met een algemene afweer tegen alle ziekteverwekkers en het adaptieve immuunsysteem dat gericht specifieke ziektekiemen aanvalt en een geheugenfunctie heeft.

Die drie systemen werken samen. Ze geven elkaar constant signalen over ziekteverwekkers die binnenkomen en proberen het evenwicht te handhaven, zodat ze zo weinig mogelijk hoeven in te grijpen. Want een immuunreactie kost veel energie en eiwit.

Slijmvliezen

Belangrijk zijn volgens dierenarts en wetenschapper Chris Chase de slijmvliezen die de luchtwegen, het maag-darmstelsel en het voortplantingsorgaan bekleden. 'Ze zijn het grootste immuunorgaan. Het is een dynamisch systeem', zegt hij.

De slijmvliezen zijn het grootste immuunorgaan van het dier

Chris Chase, dierenarts en wetenschapper

'Voor een goede werking is er een goed evenwicht nodig bij de commensalen - de goede bacteriën, virussen en schimmels die samen de microbiota vormen - die in en op de slijmlaag leven. Die commensalen produceren stofjes die je kunt zien als natuurlijke antibiotica die ziektekiemen kunnen doden.'

Ziektekiemen

Raakt het evenwicht ontregeld door stress of een ontstekingsreactie door bijvoorbeeld slecht verteerbare eiwitten, dan heeft dat invloed op de tight junctions: de binding tussen de cellen van de darmwand. Ziektekiemen kunnen hierdoorheen en in de bloedbaan terechtkomen.

Vervolgens gaat het aangeboren immuunsysteem aan de slag om ziekteverwekkers op te ruimen. Lukt dat nog onvoldoende, dan kan het adaptieve systeem ze helpen opruimen.

Ontwikkelen na geboorte

'Om te zorgen dat dit allemaal werkt, moet het immuunsysteem zich goed kunnen ontwikkelen', zegt dierenarts en wetenschapper Alex Ramirez. 'Het aangeboren immuunsysteem is al klaar op dag 70 van de dracht, maar pas na de geboorte volgt de echte ontwikkeling.'

De antistoffen die de big via de biest krijgt, beschermen de big de eerste tijd tegen ziektekiemen. Daarnaast zorgen die antistoffen, andere speciale cellen en voedingsstoffen uit de biest voor de verdere ontwikkeling van het aangeboren immuunsysteem. Hiertoe is het wel nodig dat de big biest krijgt van de eigen moeder.

De kiemen vanuit de omgeving – zeug en kraamhok – zijn belangrijk voor de ontwikkeling van een goede microbiota op de slijmvliezen en huid. Daarbij moeten die kiemen dan de goede commensalen zijn en zo weinig mogelijk ziektekiemen.

Vocht essentieel

Essentieel bij dit alles is volgens Chase een goede vochtvoorziening. Zonder vocht werkt een slijmlaag niet en kan die geen ziektekiemen tegenhouden. Zonder vocht is er geen transport mogelijk van afweerstoffen en voedingsstoffen voor het immuunsysteem: energie, eiwit, maar ook mineralen als koper, selenium en zink.

Tijdens de zoogperiode is de zeugenmelk een goede bron van vocht en voedingsstoffen. Na het spenen moeten de vocht- en voeropname op peil blijven.

Dag 60

Als alle voorwaarden kloppen, heeft een big op dag 60 al een goed werkend immuunsysteem. Bij spenen op dag 21 is dat zeker nog niet het geval. Spenen op dag 28 vinden de deskundigen dan ook beter.

'Bedenk wel dat er altijd verschil is in immuniteit. Niet ieder dier krijgt evenveel ziektekiemen binnen en niet allemaal op hetzelfde moment. Daarnaast is er een genetische variatie in de reactie van het immuunsysteem. Dus in een groep dieren heb je altijd een verschil in immuniteit', zegt Ramirez.

Nieuwe ziekte

'Bovendien kan ook een goed ontwikkeld immuunsysteem nooit beschermen tegen alle ziekten. Dat zie je bijvoorbeeld als er een nieuwe ziekte als PED binnenkomt of zoals nu met Covid-19 bij de mens.'

Is het immuunsysteem in aanraking is geweest met een ziekteverwekker, dan reageert het de volgende keer sneller. Dat geheugen werkt pas goed na een tweede contact met die ziekteverwekker. Bij vaccineren geldt dat ook. Dat kan door een tweede vaccinatie na een paar weken. Of het vaccin moet zelf voor die booster zorgen, bijvoorbeeld omdat een levend vaccin zich vermenigvuldigt of doordat het adjuvans in het vaccin langzaam laat vrijkomen.

Biggen op de juiste manier extra bescherming meegeven, prikkelt het immuunsysteem optimaal.
Biggen op de juiste manier extra bescherming meegeven, prikkelt het immuunsysteem optimaal. © Koos Groenewold

Variatie in immuniteit
Tussen dieren is er altijd variatie in immuniteit. Niet ieder dier krijgt evenveel ziektekiemen op hetzelfde moment binnen. Daarnaast is er genetische variatie in de reactie van het immuunsysteem. Om problemen door deze variatie in immuniteit te voorkomen, is vaccinatie een goed hulpmiddel. Ieder dier krijgt dan op hetzelfde moment dezelfde dosis van het vaccin. Ze kunnen dan dezelfde weerstand opbouwen. Maar de bescherming is nooit 100 procent.

Stelling

Loading

Weer

  • Dinsdag
    6° / 5°
    10 %
  • Woensdag
    5° / 3°
    10 %
  • Donderdag
    5° / 2°
    20 %
Meer weer