Ophaalmethode bepaalt destructiekosten

Varkenshouders die kadavers aanbieden in vaten of containers, betalen dit jaar in totaal iets lagere destructiekosten aan Rendac. Bieden varkenshouders de dieren per stuk aan, dan stijgen de destructiekosten juist.

De wijzigingen die Rendac voor de tarieven heeft voorgesteld zijn op 27 januari door het ministerie van Economische Zaken goedgekeurd. De nieuwe tarieven zijn met terugwerkende kracht op 1 januari 2016 ingegaan.

Een verhoging van het tarief per stop was volgens Rendac nodig omdat het aantal stops per rit afneemt en daardoor de kosten per stop stijgen. De kosten voor het ophalen van vaten of containers volgens planning vooraf, zijn licht gestegen met 0,90 euro naar 13,73 euro. Voor de overige reguliere stops stijgen de kosten met 1,18 euro naar 19,11 euro per stop.

Ten aanzien van de verwerkingskosten is er aan de ene kant een stijging door de hogere verwerkingskosten van de dierlijk restmateriaal tot eindproducten en omdat de verwerkingskosten in 2015 te laag waren ingeschat. Aan de andere kant is er een daling omdat Rendac verwacht dat de verkoopopbrengsten van de eindproducten stijgen.

Verder zijn de verwerkingskosten meer in overeenstemming gebracht met de werkelijkheid. Daartoe zijn de normgewichten bij het verwerken van de dieren in overleg met de werkgroep destructietarieven aangepast aan de werkelijke gewichten van de kadavers. Dat leidt er toe dat de verwerkingskosten van per stuk aangeboden dieren stijgen. Per zeug bijvoorbeeld van 6,35 naar 7,79 euro, excl. BTW. De verwerkingskosten van vaten en containers dalen juist. Voor een container van 750 liter dalen de kosten van 19,99 naar 18,26 euro excl. BTW.

Bekijk de nieuwe tarieven.