Iedere zeug haar eigen voer

In zijn nieuwe zeugenstal kan Klaas Mijnheer, varkenshouder in Rouveen, in principe iedere zeug haar eigen voer geven. Met de voerstations en Kraamstalvoeren weet hij aan het einde van iedere ronde precies hoeveel voer iedere zeug heeft gehad.

Al 14 jaar heeft Mijnheer ervaring met voerstations bij de dragende zeugen. Daar maakte hij al goed gebruik van door de curve per zeug bij te stellen. Daarnaast kon hij al twee voersoorten voeren. “Dat betekent dat ik bijvoorbeeld jonge zeugen ander voer kan geven dan de oudere zeugen. Je kunt het met twee voersoorten al heel exact doen, want je kunt bijvoorbeeld één kilo van het ene voer geven en dan anderhalve kilo van voersoort twee.”

Ondanks die ervaring zal de zeugenhouders straks weer opnieuw moeten wennen. “Door het Kraamstalvoeren zullen de zeugen minder gewicht verliezen in de kraamstal. De voerschema’s zullen dan ook weer wat anders zijn.” Daarnaast kan hij ook nog eens drie voersoorten aan de dragende zeugen voeren. Dat is met name ook bedoeld voor de voerproeven die zijn voerleverancier AgruniekRijnvallei op zijn bedrijf uitvoert.

Bij de nieuwbouw was het doel van Mijnheer om de zeugen gerichter te kunnen voeren. In eerste instantie wilde hij dat bereiken met behulp van een computergestuurde droogvoerinstallatie (cdi). Waarbij er dan nog klepelbakken of iets vergelijkbaars nodig waren, zodat de zeugen kleine porties op kunnen nemen. Door de introductie van Kraamstalvoeren van Nedap was de keuze ineens gemakkelijker. “Het is goedkoper en biedt meer mogelijkheden. Ik kan nu heel vaak voeren. Dat wordt op het einde van de zoogperiode zeker vier tot misschien wel zes keer.

Door de kleine porties blijft de voerbak als het goed is schoon. De eerste ervaringen die ik van het systeem heb gezien zijn veelbelovend, met name ook dat de biggen bij spenen zwaarder zijn. Verder weet ik precies hoeveel de zeugen in de hele cyclus hebben gegeten. Dat is zeker ook belangrijk voor de fokzeugen, waarmee ik mijn eigen TN70 in stand houdt.”

Als extra liggen er in de kraamstal twee voerlijnen. Daardoor is het heel gemakkelijk om drachtvoer of transitievoer te geven aan de zeugen. De extra voerlijn en silo zijn daarnaast nodig vanwege de voerproeven. Op die extra lijn kunnen twee voersoorten worden gedoseerd. Zonder de extra voerlijn zou dat overigens nog steeds kunnen omdat alle zeugen vanwege het vijfwekensysteem in hetzelfde stadium zitten.

In de centrale gang komt nog een weegbrug. Vanwege de voerproeven voor AgruniekRijnvallei en de proeven die hij voor TopigsNorsvin uitvoert is het van belang om de gewichten exact te weten. Bij de geboorte weegt hij alle biggen. Bij spenen gaat dat per toom, net als bij opleg in de biggenstal en vleesvarkensstal. Voor opleg in de kraamstal en na spenen weegt hij ook iedere individuele zeug. Op het bedrijf komen dan ook veel gegevens beschikbaar van zowel de zeugen als biggen en vleesvarkens. 

Meer over Klaas Mijnheer bij bedrijf in beeld.