ESBL’s verder terugdringen

De afname in antibioticagebruik is en blijft nodig om de hoeveelheid antibioticaresistente bacteriën terug te dringen. Het MARAN-rapport over het jaar 2014 meldt dat die resistentie de afgelopen jaren is verminderd, maar dat deze neerwaartse trend nu lijkt te stabiliseren.

Dit is af te lezen aan de ESBL-producerende E. colibacterie. Deze darmbacterie is resistent tegen het antibioticum cefotaxime. Deze kiem werd vorig jaar het meest aangetroffen bij pluimvee: 67 procent van de vleeskuikens en 34 procent van de leghennen. Het percentage is afgenomen (2013: 83 procent en in 2012: 73 procent van de vleeskuikens) maar de volgens de deskundigen bevatten de kippen wel vaker ESBL’s die ook mensen infecteren. 67 procent van het vers pluimveevlees in Nederland blijkt ESBL’s te bevatten (was in 2013 en 2012 respectievelijk 83 en 73 procent). Bij import pluimveevlees was dat in 2014 bijna 85 procent.

Bij 23 procent van de blank vlees kalveren en 14 procent bij rosés zijn ESBL-producerende colibacterieën aangetoond. Bij vleesvarkens ligt dat percentage op 18 procent en bij koeien op 9 procent. Vers varkensvlees bevat in 2,7 procent van de gevallen ESBL’s en scoort bijna het laagst van alle vleessoorten. Alleen lamsvlees is vrij van ESBL’s.

Vanuit oogpunt van volksgezondheid vinden deskundigen dat het antibioticagebruik in de veehouderij de komende jaren verder omlaag zal moeten.

Lees de MARAN-rapportage.