Afstandsnormen Bernheze onderuitgehaald

De Raad van State (RvS) heeft een streep gehaald door het plan van gemeente Bernheze om te werken met minimale afstanden tussen veehouders en burgers. Vaste afstanden zijn ondeugdelijk gemotiveerd, vindt RvS. Daarom kunnen ze niet in het bestemmingsplan worden opgenomen. Bernheze hanterde in het bestemmingsplan in de buurt van de kernen een zone van 1.000 meter. In de buurt van een cluster van woningen ging het om een afstand van 250 meter in verband met de risico's voor volksgezondheid.

ZLTO afdeling Bernheze heeft deze afstanden met succes aangevochten. Herman Krol, voorzitter van ZLTO Bernheze: “Volksgezondheid is ook voor ons belangrijk, maar die regeling in het bestemmingsplan gaat veel te ver. Er wordt voorbijgegaan aan alle inspanningen die de sector heeft gedaan om de situatie te verbeteren. Uiteraard zijn we bereid tot nieuw overleg met de gemeente."

ZLTO Bernheze voerde als argument ook aan dat als je veehouderijbedrijven op slot zet, er geen verbeteringen mogelijk zijn in de bedrijfsvoering. "In alle discussies die op nationaal, provinciaal en lokaal niveau lopen over volksgezondheid en veehouderij bestaat de neiging om nog meer regels te stellen en de veehouderij op slot te zetten", stelt Krol. "Wij betogen steeds dat juist dynamiek en ontwikkeling nodig is om tot een meer zorgvuldige een duurzamere productie te komen. Het is mooi dat de Raad van State ons hierin volgt."

Dat de Raad van State het opnemen van deze zone in het bestemmingsplan verwerpt is volgens Krol geen verrassing. “De gemeente treedt naar ons inzicht buiten haar bevoegdheid. Dit is voor ons niet acceptabel omdat het oorzakelijk verband tussen de aanwezigheid van een veehouderij en negatieve op effecten op de gezondheid van omwonenden nooit is aangetoond. Het huidig wetgevend kader rondom publiekrechtelijke regelingen vereist een aangetoond causaal verband.”

Krol bevestigt nogmaals dat samen met de Provinciale Raad Gezondheid werken we aan het verminderen van het gezondheidsrisico van veehouderijbedrijven. "Niet door het opleggen van extra regels maar door geborgde managementmaatregelen die we gaan opnemen in de BZV. Het verminderen van gezondheidsrisico’s voelen wij als onze gezamenlijke verantwoordelijkheid en blijft voor ons een belangrijk speerpunt."