Driekwart beren niet meer gecastreerd

In de afgelopen vijf jaar hebben veel zeugenhouders het castreermes terzijde gelegd. Hierdoor worden er in Nederland significant minder beren gecastreerd. Bijna 75 procent van de mannelijke varkens wordt niet meer gecastreerd. Het draagt bij aan een beter dierenwelzijn, verbetert de diergezondheid, geeft economisch voordeeel. Ook is het positief voor het milieu vanwege een lager voerverbruik en verminderde mineralenuitstoot van de varkens.
Dit niet-castratiesucces is het gevolg van de unieke samenwerking tussen de gehele varkensketen, overheid en wetenschap in het project Boars2018. Toen het project startte in 2008 zat het percentage niet-gecastreerde varkens op zo'n 5 procent.

Jarenlang werd uit vrees voor berengeur alleen vlees geaccepteerd van gecastreerde varkens. Berengeur is een onaangename geur en geeft een afwijkende smaak aan varkensvlees. Dit is goed te ruiken bij verhitting van het vlees.
Livestock Research en LEI Wageningen UR hebben onderzocht waar in het traject van 'zaadje tot karbonaadje' kan worden ingegrepen zodat de markt berenvlees accepteert. Dit zorgt voor meer dierenwelzijn en economisch voordeel in de primaire sector.
De menselijke neus (HNS-detectie) is tot op heden de meest betrouwbare methode om berengeur te ontdekken. Uit het onderzoek bleek dat goed geselecteerde en getrainde geurmeesters hun werk betrouwbaar kunnen uitvoeren. Het gaat bij berengeur om skatol en adrostenon; de testers kunnen deze stoffen goed detecteren.