Voerstations in grote groepen (reportage)

Voerstations hebben het vaak moeten afleggen tegen voerligboxen. Zeker op grote bedrijven met vreemd personeel zijn voerligboxen populairder dan voerstations. Het belangrijkste argument: het overzicht is veel beter en personeel kan er eenvoudiger mee werken.
In Varkens 12 schetsen drie leveranciers hun ideaalplaatje. Maar hoe werkt dat nu in de praktijk? Drie fotoreportages van zeugenhouders die drie verschillende systemen toepassen.

Rust is heilig
Dat de voerligboxen nog eens worden verboden, staat voor Peter Druijff uit Voorthuizen als een paal boven water. Dat is één van de belangrijkste redenen waarom hij twee jaar geleden koos voor groepshuisvesting met voerstations. Druijff zag de zeugen na de overschakeling binnen een paar weken veranderen. “Ik kende de zeugen amper terug. Ze waren veel rustiger en minder angstig.” Druijff doet er wel alles aan om de rust in de groep zoveel mogelijk te bewaren. “De grote groep werkt zelf al dempend, dat zorgt voor rust. Maar heb je een te hoge bezetting dan loop je continu achter de feiten aan.”

Bekijk de bedrijfsreportage.

Tien jaar ervaring
André Daniëls uit America (L.) heeft al tien jaar ervaring met groepshuisvesting met voerstations in een grote dynamische groep. “Toen ik vervanging zocht voor de zeugen aan de band, waren de systemen van voerligboxen met uitloop nog niet ontwikkeld.” Daniëls koos ook nog eens voor gebruik van stro. Daarvan heeft hij nog geen moment spijt gehad. “Daar krijg je mooie sterke zeugen van. Mijn vervangingspercentage ligt laag.

Bekijk de bedrijfsreportage.

De economische stal
Bij het ontwerp van de nieuwe zeugenstal op het proefbedrijf van Steijn Voeders viel al vrij snel de keuze op voerstations. “Met voerstations hebben we meer mogelijkheden voor voerproeven. Het ijzerwerk gaat er meer en meer uit,” is de overtuiging van bedrijfsadviseur Harm Frencken. “Dit systeem is ook diervriendelijker. Bovendien is het bedrijfseconomisch aantrekkelijk. Door de grote groepen kun je op dezelfde oppervlakte tien procent meer dieren houden. Door met grote dynamische groepen te werken ken je ook geen onderbezetting. Dat samen scheelt zeker 100 tot 150 euro per zeug aan investeringen.”

Bekijk de bedrijfsreportage.

In Varkens 12 schetsen drie leveranciers hun ideaalplaatje. De uitgangspunten waren eenvoudig: een bedrijf met 1000 zeugen, een weeksysteem met dynamische groepen en een gemiddelde speenleeftijd van 26 dagen. Verder zijn er geen beperkingen.