Onduidelijkheid over groepshuisvesting

Er is bij varkenshouders nog onduidelijkheid over de manier waarop zeugen in groepshuisvesting gehouden moeten worden. Dat blijkt uit de zogenoemde pre-inspecties die de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) momenteel uitvoert bij zeugenhouders. De nieuwe regels voor de groepshuisvesting van zeugen gaan op 1 januari 2013 in.


Vloeroppervlak
Tijdens de pre-inspecties blijkt dat er bij zeugenhouders onduidelijkheid is over het vereiste aaneengesloten dichte vloeroppervlak wat voor iedere zeug aanwezig moet zijn. Sommige varkenshouders denken dat delen van het gangpad of ongebruikte hoekjes van de dichte vloer hiervoor ook meetellen. Dat is niet juist. Iedere zeug moet de beschikking hebben over 2,25 m2 vloeroppervlak, waarbij minimaal 1.3 m2 aaneengesloten dicht vloeroppervlak per zeug aanwezig moet zijn. Het dichtmaken van de roosters met afdekplaten of kunststof strips kan soms een goede manier zijn om meer dicht vloeroppervlak voor de zeugen te realiseren


Groen Labelstallen
Ook blijkt er onduidelijkheid te zijn over Groen Labelstallen. In het Besluit Huisvesting staat dat deze stallen voor onbeperkte tijd gevrijwaard zijn van strengere regelgeving met betrekking tot het beperken van ammoniakemissie. Deze vrijwaring geldt nadrukkelijk alléén voor de regels omtrent ammoniakuitstoot. Ondernemers met Groen Labelstallen moeten dus ook gewoon voldoen aan de regels voor groepshuisvesting zeugen.


Vier dagen termijn
Een ander onderwerp waar volgens de NVWA bij zeugenhouders onduidelijkheid over is, is de vier dagen termijn. Dit betekent dat drachtige zeugen in ieder geval binnen vier dagen na inseminatie in groepshuisvesting gehouden moeten worden. Ook deze vier dagen regel gaat op 1 januari 2013 in. Als blijkt dat een zeugenhouder zich nog niet aan deze termijn houdt spreekt de inspecteur de varkenshouder hier op aan. De NVWA gaat vanaf 2014 sancties opleggen aan zeugenhouders die zich niet aan deze regel houden.


Inspectie
De NVWA is in oktober begonnen met het bezoeken van alle bedrijven die hebben aangegeven niet voor 1 januari 2013 klaar te zijn met de aanpassing van hun stallen. Ook alle varkenshouders die geen verklaring hebben ingestuurd worden bezocht. Bedrijven die aangegeven hebben dat zij op tijd klaar zijn worden steekproefsgewijs gecontroleerd.
De regelgeving voor groepshuisvesting zeugen gaat pas op 1 januari in. Inspecteurs van de NVWA kunnen daarom bij deze zogenoemde pre-inspecties nog niet handhavend optreden.
Zeugenhouders die hun zeugenverblijf tijdens een pre-inspectie niet in orde hebben, krijgen een brief waarin de NVWA aankondigt dat de varkenshouder een dwangsom krijgt opgelegd als bij inspectie na 1 januari blijkt dat hij niet aan de regels voldoet.


Dwangsom
De toegestane hersteltermijn is in 2013 één maand vanaf het moment van inspectie, tenzij bij hoge uitzondering aangetoond kan worden dat herstel gaat plaats vinden binnen maximaal drie maanden. Als bij her-inspectie blijkt dat de varkenshouder nog steeds niet voldoet, dan wordt de dwangsom verbeurd. Daarnaast krijgt de varkenshouder weer een nieuwe -hogere - dwangsom opgelegd.
De toegestane hersteltermijn zal dan maximaal één maand zijn en niet opnieuw drie maanden.


Bestuursdwang
Bij de volgende inspectie krijgt de varkenshouder te maken met bestuursdwang. Dit betekent dat de zeugenhouder de huisvesting alsnog moet aanpassen, of zijn zeugen moet afvoeren.


Uitstel
Er is geen uitstel mogelijk voor zeugenhouders die problemen hebben met het aanvragen van vergunningen. Het ministerie van Economische Zaken heeft echter wel toegezegd al het mogelijke toen om lopende vergunningsprocedures te bespoedigen. Provincies hebben toegezegd vergunningaanvragen van zeugenhouders zo snel mogelijk af te ronden en gemeenten is gevraagd hetzelfde te doen.

Lees ook

Online kennissessies

Vitale Varkenshouderij

Meld je hier aan

Stelling

Loading

Weer

  • Zaterdag
    17° / 7°
    70 %
  • Zondag
    18° / 11°
    50 %
  • Maandag
    17° / 8°
    20 %
Meer weer