Actiegrens antibioticagebruik bij speenbiggen vanaf 2026 lager

Dat schrijft het expertpanel van de Autoriteit Diergeneesmiddelen (SDa) in het rapport 'Het gebruik van antibiotica bij landbouwhuisdieren in 2024'. De autoriteit meldt daarnaast dat het percentage bedrijven dat in het actiegebied zit bij speenbiggen is gestabiliseerd op 15 procent.

Het percentage structureel hooggebruikers in die diercategorie is vorig jaar gedaald naar 7 procent, valt uit het rapport op te maken. Volgens het SDa-expertpanel is het percentage bedrijven met een gebruik net onder de actiegrens van twintig dierdagdoseringen wel relatief hoog gebleven.

Nieuwe benchmarkwaarde

Het expertpanel meldt ook dat er vanaf 1 januari 2026 een nieuwe benchmarkwaarde geldt van vijftien dierdagdoseringen, voorlopig voor een periode van drie jaar. Daarna wordt bekeken of er een benchmarkwaarde vastgesteld kan worden voor aanvaardbaar gebruik van antibiotica bij speenbiggen.

Uiteindelijk moet dit ervoor zorgen dat de verschillen tussen bedrijven met speenbiggen kleiner worden. Ook is er zo meer aandacht voor bedrijven die boven de grens van twintig dierdagdoseringen uitkomen.

Meer antibiotica gebruikt

Het totale antibioticagebruik in de varkenshouderij is vorig jaar met 11,8 procent gestegen. De gemiddelde dierdagdosering bedroeg 6,6. Dat was een jaar eerder 5,9 dierdagdoseringen. Toch scoort de sector fors lager dan in referentiejaar 2009 (-68 procent). Het valt de SDa op dat het antibioticagebruik op bedrijven met zeugen en zuigende biggen met 3,2 dierdagdoseringen laag is, de spreiding tussen bedrijven is wel toegenomen.

Bij speenbiggen komt de gemiddelde dierdagdosering uit op 16,1. De gemiddelde dierdagdosering is over de afgelopen jaar bij vleesvarkens uitgekomen op 2,3 dierdagdoseringen. Dit is ruim onder de actiegrens van vijf dierdagdoseringen.