Meeste+perspectief+voor+kleine+clusters+met+monomestvergisting
Nieuws
© Jorien Slager

Meeste perspectief voor kleine clusters met monomestvergisting

De lokale warmtebehoefte van de gemeente Deurne is niet op te lossen met mestvergisting. Volgens een rapport van Royal HaskoningDHV kleven er bezwaren aan grootschalige installaties en co-vergisting. Wel is er perspectief voor een coöperatieve mestvergistingsinstallatie in combinatie met dagontmesting. Ook een rapport van ZLTO ziet vooral opties voor kleine clusters met monomestvergisting.

Volgens het rapport van Royal Haskoning kan een coöperatieve mestvergistingsinstallatie met dagontmesting een bijdrage leveren aan het verlagen van de stikstof- en geuruitstoot. Ook verbetert dit de bestaanszekerheid van kleinere veehouderijbedrijven in de gemeente.

Deze installaties leveren volgens het rapport echter geen grote toegevoegde waarde aan de warmtetransitie. Al doen grotere installaties dat ook niet. Dit omdat de beschikbaarheid en de kosten van groen gas onzeker zijn en er geen mogelijkheden zijn om de aansluiting tussen vraag en aanbod op lokaal niveau te sturen.

Voor grotere agrarisch ondernemers kan het exploiteren van een mestvergistingsinstallatie economisch interessant zijn. De productie van groen gas en stikstofstrippen, waarmee het bedrijf eigen kunstmest maakt, zijn interessant voor bedrijven die deze zelfstandig kunnen exploiteren.

Royal Haskoning meldt wel dat deze grootschaligere opties een verdere kapitaalintensivering van de sector vragen en dat staat volgens hen op gespannen voet met de voortgaande transitie in het landelijk gebied.

Goede opties voor kleine clusters

Uit het deelrapport van ZLTO blijkt ook dat er voor kleine clusters van veehouderijbedrijven goede opties zijn. Daar kan bijvoorbeeld worden gewerkt met monovergisting op het eigen erf en biogasleidingen naar een centraal punt, waar vervolgens van biogas groen gas wordt gemaakt.

Een andere optie is monovergisting op het eigen erf en het opwekken van elektriciteit met een warmtekrachtkoppeling (wkk), ook al wordt de warmte in dit scenario niet benut. Digestaat wordt in beide opties gescheiden en een stripper haalt de stikstof uit de dunne fractie voor de productie van een kunstmestvervanger.

Nog een andere optie is mesttransport naar een centrale mestvergister. Dat is duurder, maar wel mogelijk. Dit omdat de centrale vergister bij een klein cluster onder de capaciteit van 25.000 ton blijft. Digestaat wordt hier ook gescheiden en na stikstofstrippen gaat de dunne fractie terug naar de bedrijven, staat in het rapport.

Bij grote clusters is het, bijvoorbeeld vanwege een te grote afstand, niet haalbaar om biogasleidingen naar een centraal punt aan te leggen om daar groen gas te maken. Kan het grote cluster het biogas kwijt aan aan een nabijgelegen glastuinbouwgebied, dan is het wel haalbaar. Maar alleen in combinatie met mesttransport.

Voor de grote clusters kan, meldt het rapport, de omvang van de vergister een breekpunt zijn. Het is namelijk niet zeker dat hier een vergunning voor te verkrijgen is.

Duidelijke spelregels nodig

Het advies aan de gemeente Deurne is om zorg te dragen voor heldere spelregels en om het wel of niet overgaan tot mestvergisting aan de markt over te laten. Bij die spelregels moet het verband tussen veehouderij en gezondheid expliciet in de omgevingsvisie worden meegenomen, zodat gezondheid nadrukkelijk wordt meegewogen bij het afgeven van vergunningen.

Bij toepassing van co-vergisting zijn twijfels. Co-vergisting produceert het meeste groen gas, maar de publieke opinie, het reële risico op fraude, de effecten op de omgeving en de conflicten met flankerend beleid maakt dat het rapport hier terughoudend over is. Het is ook de vraag of vergunningen voor dergelijke installaties worden afgegeven.

Het hele onderzoeksrapport over mestvergisting is hier te lezen.

Online kennissessies

Vitale Varkenshouderij

Meld je hier aan

Stelling

Loading

Weer

  • Zondag
    15° / 10°
    50 %
  • Maandag
    17° / 6°
    20 %
  • Dinsdag
    21° / 10°
    60 %
Meer weer