Adema: 'Convenant dierwaardige veehouderij lukt nu niet'

Volgens Adema zijn er veel constructieve gesprekken gevoerd. De demissionair minister had graag het Convenant gesloten. 'Het verbeteren van de dierwaardigheid van de Nederlandse landbouw is een prioriteit voor mijzelf, maar ook noodzakelijk voor het toekomstbestendig maken van de landbouw', schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer.

Per dierlijke sector is gesproken over tal van maatregelen om het dierenwelzijn in de Nederlandse veehouderij te vergroten. Volgens Adema zijn sectorpartijen samen met de Dierenbescherming ver gekomen in hun ambitie voor een dierwaardige veehouderij.

Verder hebben de partijen volgens hem duidelijk aangegeven wat de randvoorwaarden moeten zijn vanuit de markt, keten, financiers en overheid om hun ambitie waar te kunnen maken. Zaken als een goede vergunningverlening, ondersteuning en een eerlijke prijs vanuit de keten zijn belangrijk voor boeren om wijzigingen te kunnen aanbrengen in houderijsystemen.

Probleem is vergunningverlening

Adema erkent dat de vergunningverlening juist een probleem is op dit moment. Bij nieuwbouw of een verbouwing van een stal is in veel gevallen een natuurvergunning nodig. 'Momenteel is de vergunningverlening voor stallen door gerechtelijke uitspraken nagenoeg stil komen te liggen.'

De minister hoopt dat een voorstel van hem, dat als alternatief moet dienen voor het in mei 2021 aangenomen amendement van voormalig Tweede Kamerlid Leonie Vestering (Partij voor de Dieren), snel kan worden behandeld. Door dit amendement is in de Wet dieren geregeld dat dieren geen hinder mogen ondervinden van de wijze waarop ze worden gehouden. En het dier mag niet worden aangepast aan het houderijsysteem.

Met een wijzigingsvoorstel wil de minister ervoor zorgen dat de doelen van het amendement kunnen worden bereikt 'op een handhaafbare en uitvoerbare wijze'.