Momenteel floreert de varkenshouderij. De opbrengstprijzen van vleesvarkens zijn historisch hoog, vooral ingegeven door de goede vierkantsverwaarding door goed toegankelijke exportmarkten in Azie, met name China.
Het is wel goed om de zaak af en toe toch te relativeren. De vraag in China is mijn inziens o.a. sterk gestegen doordat de eigen productie daar gedaald is. Momenteel wordt in dat land volop geïnvesteerd in de varkenshouderij. Mijn verwachting is dat de binnenlandse productie het komend jaar enorm zal gaan toenemen. Dit neemt niet weg dat wij vanuit exportpositie momenteel vooral moeten blijven profiteren van deze (incidentele) mogelijkheid. Kanttekening is wel dat we er met zijn allen rekening mee moeten houden dat de vraag vanuit China vanaf 2018 wel eens fors kan gaan dalen, met mogelijk negatieve gevolgen voor de prijs van slachtvarkens.
Op zich is dit niets nieuws, maar laten we nu niet de traditionele fout maken vanuit de varkenscyclus om nu de prijzen historisch hoog zijn, massaal te gaan investeren in het opvoeren van het aantal.
Het zou veel beter zijn om te kijken of we met zijn allen ervoor kunnen zorgen dat we nog beter vanuit een vraaggestuurde markt gaan produceren en daar de nodige flexibiliteit voor in kunnen bouwen. Want ook al valt de markt in Azië weg, dan zullen zich weer nieuwe kansen aanbieden. Dan is niet diegene met de beste voerconversie of hoogste groei de winnaar, maar diegene die zich het snelst kan aanpassen aan de vraag van de afnemer, de uiteindelijke consument!
Darwin zei dit al in de 19e eeuw: "Het is niet de sterkste, de slimste of de snelste die overleeft, maar degene die zich het beste kan aanpassen aan veranderende omstandigheden."
Jan van der Heijden
Adviseur AEC Uden