Varken is geen ei

Tijdens de vergadering van de ISN, de vereniging van Duitse varkenshouders, werd opnieuw duidelijk dat de varkenshouders en slachterijen in hun maag zitten met de EU-wens om te stoppen met castreren. Want het vermarkten van een varken is veel lastiger dan het vermarkten van een ei.

De Duitse varkenssector vreest dat het lastig om varkensvlees goed te vermarkten als Duitsland te ver vooruit gaat lopen met dierwelzijnsmaatregelen, zoals niet castreren. Uit het verslag van de ISN-jaarvergadering blijkt dat de de drie grootste Duitse slachterijen: Tönnies, Vion en Westfleisch, vinden dat een castratiestop niet voor alle varkens is weggelegd. Dat komt ook omdat het vermarkten van een varken lastiger is dan het vermarkten van een ei. Bij een varken moeten heel veel deelstukken tot waarde worden gebracht. Waarbij dan bijvoorbeeld China een heel belangrijke speler is, omdat die de hoofdafnemer is van de incourante deelstukken als poten en kop.

Volgens de slachterijen is er voor de Europese wens tot niet castreren dan ook een vierde weg nodig: Dat wil zeggen castreren onder een lokale verdoving die de varkenshouder zelf mag toepassen. De andere drie wegen die in Duitsland per 1 januari 2019 zijn toegestaan: Beren houden, immunocastratie en verdoven door de dierenarts zijn niet altijd haalbaar. Verdoven door de dierenarts is te duur en bij immunocastratie en beren zien de slachterijen problemen met de marktacceptatie.

De Duitse varkenssector wil een leidende rol blijven spelen op de internationale varkensmarkt en blijven concurreren met bijvoorbeeld de Verenigde Staten of Spanje. Daartoe zijn sterkere samenwerkingsverbanden tussen varkenshouders en slachterijen nodig, al gaat de stap naar integraties voor de slachterijen te ver. Wekelijks nieuwe prijzen vaststellen is volgens Frans Stortelder van Vion wel te lastig. “Ook al geldt Duits varkensvlees in China als de Mercedes."