Silootje erbij?

Voeren op maat, precisievoeding, voeren wat het dier toekomt. Adviezen die als warme broodjes over de toonbank gaan. Echter, wat houdt het precies in?
Onlangs gaf TOPIGS in samenwerking met Schothorst Feed Research en professor doctor Bruno da Silva een webinar over precisievoeding. Wereldwijd namen 145 mensen deel aan deze conferentie via de computer. Met de toenemende productie en stijgende grondstofprijzen, is een juist gebruik en inzet van voer nog nooit zo belangrijk geweest. Enerzijds om de kostprijs te beheersen en te verminderen en anderzijds om duurzaam om te gaan met grondstoffen. Daarnaast is het verwerken en tot waarde brengen van reststromen via brijvoedering en bijmengen van droge bijproducten in West-Europa de gewoonste zaak. Voor de rest van de wereld is zoiets nog geen vanzelfsprekendheid.

Vaak krijg ik de opmerking dat onze samenstellingen van voeders ellenlange lijsten van verschillende ingrediënten bevatten. Deze zijn nauwelijks te vertalen laat staan in te passen bij situaties in andere landen. Vaak beschikken mijn collega’s over de zogenaamde ‘corn-soja diets’ waarbij variatie en verdunning niet aan de orde is. En om dan te spreken over precisievoeding is natuurlijk lastig.

Naast het kostenaspect van voeren op maat, speelt nog een zeker zo belangrijke zaak mee: het benutten van genetisch potentieel van het varken. Dieren op behoefte voeren maakt dat het groeipotentieel efficiënt tot stand komt. Zo is de behoefte aan eiwit en energie van een pas gespeend big anders dan van een big 10 of 28 dagen na spenen. Biggen die starten met 21 kilo bij de vleesvarkenshouder zijn vleesvarkens in kader van de mineralenboekhouding, maar wat betreft nutriëntenbehoefte en verteringscapaciteit niet. Opfokgelten van 50 kilo hebben een andere capaciteit van vezels verteren, dan dieren op een leeftijd van 30 weken.

Bij zeugen zie ik ook meer en meer de noodzaak ontstaan om te differentiëren in voersoorten op basis van worpnummer. Er zijn duidelijke verschillen in de dagelijkse behoefte aan nutriënten om als zeug duurzaam te produceren. Naast de aandacht voor de voeding in de drachtfase adviseren wij als TOPIGS daarom ook de ontwikkelingen in het kraamhok nauwgezet te volgen. Bij een toenemende toomgrootte in relatie tot het cyclusnummer hoort ook een aangepaste voeding. Kortom: wat mij betreft is het verstrekken van slechts twee verschillende voersoorten bij gespeende biggen, opfokzeugen, vleesvarkens en zeugen (dracht en lacterend) een eindige weg. Dus… Silootje erbij!

Chris Opschoor
Speciliast voeding en genetica bij TOPIGS


 

Lees ook

Online kennissessies

Vitale Varkenshouderij

Meld je hier aan

Stelling

Loading

Weer

  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
  • Dinsdag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer