Gezondheid en arbeid drukken resultaat

Te hoge kosten voor gezondheid en arbeid hebben een negatieve invloed op de reserveringscapaciteit van varkenshouders. Mede hierdoor halen ze maar drie keer in de afgelopen 13 jaar een voldoende reserveringscapaciteit, stelt Wilbert Hilkens, sectormanager Varkens bij ABN Amro.
Hilkens vindt de resultaten zorgwekkend. Een voldoende reserveringscapaciteit is nodig om op de langere termijn het hoofd boven water te houden. De reserveringscapaciteit is nodig om de aflossing te kunnen betalen en vervangingsinvesteringen te kunnen doen. Als de reserveringscapaciteit niet wordt behaald, betekent dit dat het bedrijf niet verder kan in de toekomst.
Gemiddeld genomen hebben varkenshouders in maar drie jaren van de afgelopen dertien jaar voldoende kunnen reserveren. In de zeugenhouerij waren dat de jaren 2001, 2005 en 2006. Nu zijn er natuurlijk altijd bedrijven die beter draaien dan gemiddeld en wel voldoende reserveringscapaciteit behalen. Maar een hele grote groep bedrijven gaat het niet halen.
De reden dat varkenshouders niet voldoende kunnen reserveren heeft volgens Hilkens vooral te maken met twee factoren: de gezondheids- en arbeidskosten. Deze kostenposten zijn flink gestegen. De effecten van de schaalvergroting van de bedrijven op de gezondheids- en arbeidskosten zijn onderschat.”
Om het tij te keren zullen bedrijven flink moeten inzetten op het verbeteren van gezondheid. Dat kan volgens Hilkens door te zorgen voor een optimale interactie tussen stal, inrichting, voerprogramma en genetica. "Varkenshouders moeten ook een visie ontwikkelen op hun productie. Nederland is niet langer kostprijsleider, produceren voor een tussensegment of merkproductie zal noodzakelijk worden." 
Voor 2014 had de sectormanager begin dit jaar nog hoge verwachtingen. "Nu is het echter afwachten hoe de situatie rond de Afrikaanse varkenspest en de grenssluiting voor varkensvlees door Rusland zich gaat ontwikkelen."