Beter af met een langere zoogduur

Biggen zijn beter af met een langere zoogduur. Ze zijn zwaarder bij spenen, beter gewend aan vast voer en groeien na spenen beter door. De bigkwaliteit bij afleveren is daardoor ook beter.

Een goede bigkwaliteit is voor de vermeerderingssector van levensbelang. Zowel bij afzet binnen Nederland als bij afzet naar het buitenland. Bij export is Duitsland verreweg onze belangrijkste afnemer. De afnemers in Duitsland verwachten daarbij zware, uniforme biggen met een goede gezondheid en twee of drie vaccinaties.

TOPIGS-adviseur Chris Opschoor komt geregeld bij afnemers van Nederlandse biggen op het bedrijf. Hij vindt het belangrijk dat zeugenhouders zelf een bezoek brengen aan hun afnemers. “Dat is een echte eye-opener. Je ziet en hoort met eigen oren en ogen wat de afnemer graag wil. Je ziet dan bijvoorbeeld waarom je geen lichte biggen kunt leveren aan een varkenshouder met sensorvoedering. Die lichte biggen zijn simpelweg te klein, ze kunnen niet goed bij het voer. En ze krijgen te weinig kans ten opzichte van de grotere biggen.”

Positieve effecten
Om de bigkwaliteit te verbeteren is later spenen een effectieve maatregel. Het heeft op meerdere manieren een positief effect op de biggen. Ten eerste krijgen de biggen langer melk van de zeug. Daar groeien ze het hardste van. Ten tweede krijgen ze langer de kans om al goed aan vast voer te wennen. Vrijwel alle biggen zullen daardoor al goed vast voer vreten voordat ze worden gespeend, waardoor het verteren van vast voedsel al in gang wordt gezet. En het betekent dat ze na spenen ook gemakkelijker vast voer opnemen en daardoor beter doorgroeien. Het voorkomt voerweigeraars na spenen en de speendip is kleiner. Het hogere speengewicht en de kleinere speendip blijven altijd hun voordeel houden. De biggen groeien harder door, blijven uniformer en zijn zwaarder bij afleveren, of kunnen eerder worden afgeleverd. Ook op het vleesvarkensbedrijf groeien de biggen weer beter door.

Minder biggenplaatsen
Later spenen heeft ook het voordeel dat er minder biggenplaatsen nodig zijn. Doordat de biggen zwaarder zijn bij opleg zijn er minder groeidagen nodig om aan het gewenste aflevergewicht te bereiken. Daarnaast zal de speendip kleiner zijn en zullen de biggen sneller groeien wat ook weer betekent dat er minder groeidagen nodig zijn. De overbezetting in de biggenopfok neemt af waardoor de gezondheid en de groei kunnen toenemen. Waardoor de overbezetting nog verder kan afnemen.
Jonger spenen heeft precies het tegenovergestelde effect: de biggen zijn lichter, hebben meer last van een speendip, ze moeten langer groeien, de overbezetting neemt toe en bedrijven komen in een vicieuze cirkel met een chronisch tekort aan biggenruimte.

Lees meer:

• Spenen op vier weken geeft grotere volgende worp | Magazine Varkens 1