Beren mesten vraagt om vakmanschap

Doe je alles perfect, dan kun je met het houden van beren prima resultaten behalen en blijft het gedrag van de beren binnen de perken. Gaat er iets niet goed, dan zijn beren net opgewonden standjes die hier direct op reageren. Het berengedrag neemt toe en resultaten verslechteren. 
Uit het onderzoek ‘Op weg naar succesvol beren houden’ blijkt dat er heel veel factoren zijn die goed voor elkaar moeten zijn: het klimaat, de huisvesting, de voeding en het sociale gebeuren. Om met dat laatste te beginnen: je moet aan het einde van de ronde geen twee groepen samenvoegen, dat geeft direct gedonder.

Wennen aan mens
Het blijkt heel belangrijk dat beren goed wennen aan de mens. Je kunt beter twee keer of vaker per dag controleren dan slechts een keer per dag. En het is beter als er meerdere verzorgers zijn. Zijn de beren niet mensgericht maar bang, dan vertonen ze meer berengedrag en hebben ze meer huidbeschadigingen.

Dun spek
De verzorger van de beren heeft daarbij de taak om te zorgen voor een goed klimaat. Beren hebben het graag warm. Is het te koud dan worden ze actiever en kunnen ze het berengedrag kennelijk ook niet laten. Ze houden echter niet van vloerverwarming blijkt uit het onderzoek.
Tocht is een trigger. Bij plafondventilatie en een aantal andere systemen waar tocht weinig voorkomt gedragen de beren zich beter. Het lijkt er dus op dat beren klimaatfouten onherroepelijk blootleggen.

Lekkerbekken
Beren zijn lekkerbekken. Als ze niet genoeg energie en eiwit krijgen, dan laten ze dat zien in gedrag (en prestaties). Ze vreten liefst allemaal tegelijk. Brijvoer met smaakvolle bijproducten kunnen ze beter waarderen dan droogvoer uit een enkele vreetplek per hok. Veranderen van voer kan echter het beste wel in een keer. Geleidelijk laten wennen kunnen beren kennelijk niet waarderen. Als het voer dan anders moet, dan maar in een keer. Is het voer- of drinkwatersysteem vies, dan halen ze hun neus ervoor op en dat laten ze met hun gedrag direct merken.
Beren houden misschien wel heel erg van lekker vies worden en vieze hokken. Dat laten ze dan zien door veel berengedrag te vertonen en de berengeur neemt ook toe. Krijgt de varkenshouder het voor elkaar dat de beren goed schoon blijven, dan gedragen ze zich niet zo berig en neemt de berengeur ook af.

Elkaar zien
Beren willen elkaar graag zien. Als hokafscheidingen niet helemaal dicht zijn, hoeven ze zich minder te bewijzen aan de niet zichtbare beren aan de andere kant en gedragen ze zich beter. Tussen beren in kleine groepen of grote groepen zit weinig verschil in gedrag en huidbeschadigingen. Wel is er meer berengeur bij dieren in grote groepen. Mogelijk omdat de hygiëne hier te wensen overlaat?
In het onderzoek waren nauwelijks bedrijven die gemengd opleggen. Maar in de praktijk zijn die er wel en scoren die ook goed. Ook op een bedrijf met hele grote groepen (meer dan 400 dieren) blijkt het prima te lopen met beren en gelten die gemengd zijn opgelegd. Het klimaat op dit bedrijf is daarbij goed voor elkaar en wordt voortdurend aangepast aan de omstandigheden en de verzorgers lopen iedere dag tussen de dieren door ter controle.

Vakmanschap
Alle voorgaande punten die zorgen voor minder berengedrag, weinig huidbeschadigingen en weinig berengeur hebben heel veel te maken met vakmanschap. Vakmanschap bij een goede keuze van het ventilatiesysteem dat zorgt voor een goede temperatuur zonder tocht, vakmanschap bij de hokinrichting waardoor de hokken goed schoon blijven, vakmanschap bij het voeren: weten wat de behoefte is van de dieren, weten wat je voert en hoe je het voert. Vakmanschap bij de omgang met de dieren.

Lees ook:

Lees ook

Online kennissessies

Vitale Varkenshouderij

Meld je hier aan

Stelling

Loading

Weer

  • Zaterdag
    17° / 6°
    50 %
  • Zondag
    16° / 9°
    40 %
  • Maandag
    16° / 8°
    70 %
Meer weer