‘Zorgen voor Zorg verrast niet’

Het onderzoek ‘Zorgen voor Zorg’, dat de maatschappelijke zorgen rondom de varkenshouderij bij verschillende groepen heeft bekeken, levert geen verrassende nieuwe inzichten op. Dat vindt NVV-bestuurder Gert Van Beek. “Het bevestigde wat we al vermoeden.” Mark Tijssen van de LLTB vindt dat er weldegelijk eyeopeners in het rapport zitten: “Het geeft goed weer hoe mensen denken.”
 

Zorg voor Zorg is een onderdeel van het project Bigvitaliteit. Dit werd in het leven geroepen na de ophef die ontstond door de hoge biggensterfte. De onderzoekers van de Wageningen Universiteit ondervroegen burgers, reguliere en biologische varkenshouders, varkensdierenartsen en erfbetreders over hun persoonlijke basiswaarden en beeld van de varkenshouderij.
 

Vlees in de vriezer
Uit het onderzoek blijkt dat burgers en biologische varkenshouders zich voornamelijk zorgen maken over het dier en de gezondheid van de mens. Bij gangbare varkenshouders en erfbetreders ligt de nadruk op economische aspecten zoals inkomen voor de varkenshouder en prijs voor de consument. Varkensdierenartsen maken zich zorgen over specifieke aspecten zoals het antibioticagebruik.
“Het is voor varkenshouders goed om te weten hoe er naar ons wordt gekeken. En we houden graag rekening met de mening van mensen waarbij ons vlees ook daadwerkelijk in de vriezer ligt. Er komen toch vaak vooral mensen aan het woord die hele andere doelen voor ogen hebben”, zegt Gert van Beek.
 

Morgen in de stal
De NVV-bestuurder verwondert zich niet erg over de uitkomsten: “Het is nuttig om dit bevestigt te zien, maar het is natuurlijk geen informatie waar je direct morgen in de stal iets mee kunt.” Bij de LLTB vindt Mark Tijssen dat het juist zeer leerzaam is om inzicht te krijgen in de manier waarop er door de verschillende groepen tegen de varkenshouderij aan wordt gekeken en waar die mening op is gebaseerd. “Je merkt dat varkenshouders nu vooral vanuit de inhoud reageren. Maar als je gelijk hebt, wil dat nog niet zeggen dat je het ook krijgt.”
Hij verwachte nu adequater te kunnen communiceren. “Door meer rekening te houden met de gevoelens die leven. Heel vaak hebben varkenshouders of de mensen in de periferie dat ook, maar stappen ze te snel over op de inhoud.” Als voorbeeld geeft hij het couperen van staarten. “Dat vind ik ook heel vervelend om te doen. Door dat eerst te vertellen en daarna pas uit te leggen waarom het soms nog nodig is en wat de mogelijke oplossingen zijn, kom je veel verder.”
 

Financierders
Behalve de NVV en LTO waren ook veehandelaren (NBHV), dierenartsen (KNMvD), veevoederleveranciers (Nevedi), varkensfokkerijen (TOPIGS) en vleesverwerkende bedrijven (COV) vertegenwoordigt. Het onderzoek is gefinancierd door het Ministerie van EL&I en door het PVE.