Elfstedentocht

Drie weken geleden was dit in het nieuws en ja het klopt! De Elfstedentocht komt er. Ik kan het weten want ik ben namelijk een zelf benoemd expert. Die benoeming (door mijzelf) heb ik te danken aan het feit dat ik aan de Elfstedenroute woon. Ik betwijfel of ze mij in Friesland een expert noemen maar daarbuiten zeker.


Het voelt eigenlijk best goed als mensen je als een expert zien. Je gaat in ieder geval beter je best doen om interessante verhalen te vertellen. Ik als expert weet eigenlijk wel 100 procent zeker dat de tocht er dit jaar komt. Hij wordt namelijk naast op de schaats ook gehouden op, de surfplank, de fiets, de step, de solex, de motor, te voet, in de oldtimer en te paard.


Op het ijs is de Elfstedentocht toch iets speciaals. Het zet de Friezen op de kaart vinden we hier in Friesland. Ik zag laatst op tv dat er zelfs in Japan en andere verre landen aandacht besteed werd aan het feit dat er mogelijk een Elfstedentocht zou komen. Ze hadden het niet over Friesland maar over Nederland. Ik heb wel eens een poging gedaan om het verschil aan buitenlanders uit te leggen, maar die vinden dat Nederland vlak bij Spanje ligt. Vanuit hun perspectief is dat ook zo.


Dat perspectief van waaruit je kijkt is dus belangrijk. Dat brengt me bij de genetica. De Nederlandse genetica komt tot uiting in de opfokzeugen, biggen, slachtvarkens en uiteindelijk het vlees. Er zullen weinig consumenten zijn die vanuit hun perspectief, het eten van vlees, kijken naar Duroc, Pietrain, een TOPIGS of een Hypor zeug.


De tussenliggende schakels dan? Zien die verschil? Clemens Tonnies in ieder geval niet, hij vindt genetica niet zo interessant. Gezondheid en Nador (voor minder berengeur) vindt hij wel interessant en wil er zelfs extra voor betalen.


De vleesvarkenshouders en vermeerderaars dan? Zien die dan verschillen? In Nederland weten de meesten wel onderscheid tussen bijvoorbeeld de TOPIGS 20 en de TOPIGS 40. Hoewel soms hoor ik ook nog wel iemand de dieren A20, A30 of Dalland zeug noemen.
Als we wat verder weg gaan wordt het al snel moeilijker. Duitse mesters bijvoorbeeld. Ja, ze weten ook wel dat er verschillende eindberen zijn maar waar nu precies de klepel hangt? Ze hebben ook wel van TOPIGS gehoord, maar dat er verschillende TOPIGS zeugen zijn weten maar weinigen.


Ik begrijp heel goed dat iedereen zich wil onderscheiden om een betere afzet te creëren, maar voor een Japanner is een Fries gewoon een Hollander. Voor een Duitser zijn biggen uit Nederland met wat voor genetische achtergrond dan ook gewoon Nederlandse biggen. Ze weten niet dat de Nederlandse big er in meer dan 20 varianten is! Met alle gevolgen van dien als er een keer wat anders in de stal komt dan verwacht of als de resultaten per keer sterk verschillen. Wat gaan we als varkenshouders/sector doen? In het buitenland de expert uithangen en interessante verhalen vertellen of hier hard werken aan meer eenheid in ons prachtige export product; de Nederlandse kwaliteits big?



John Lorist
Voorzitter coöperatie Pigture Group

Lees ook

Online kennissessies

Vitale Varkenshouderij

Meld je hier aan

Stelling

Loading

Weer

  • Woensdag
    10° / 2°
    70 %
  • Donderdag
    10° / 3°
    70 %
  • Vrijdag
    11° / 2°
    50 %
Meer weer