Berengedrag in de praktijk

De klankbordgroep Stoppen met castreren start deze maand een reeks bezoeken aan 70 vleesvarkensbedrijven om het gedrag van beren in de praktijk te bestuderen. Doel is om te komen tot een serie handvaten waarmee vleesvarkenshouders ongewenst berengedrag kunnen bijsturen. Om seizoensinvloeden te vermijden worden de bezoeken in drie maanden tijd uitgevoerd. De klankbordgroep start in 2012 ook met demo-netwerken om het onderzoek te vertalen naar de praktijk en om kennis over te dragen op varkenshouders en erfbetreders.

Aanpak per bedrijf
Volgens onderzoekster Carola van der Peet zijn de verschillen in ongewenst berengedrag tussen bedrijven groot. Het ene bedrijf heeft veel last van springgedrag en het andere bedrijf veel minder. Het is nu zoeken naar de kritische succesfactoren voor het succesvol houden van beren. Het onderzoek heeft tot nu toe wel een aantal aanwijzingen gegeven, maar niet meer dan dat. Onderzoeksleider Gé Backus verwacht dan ook dat de aanpak per bedrijf gaat verschillen. “Ieder bedrijf is uniek. Dat is ook gebleken uit sessies die we hebben gehouden met bedrijfsadviseurs. Varkenshouders willen nu graag weten aan welke knoppen ze moeten draaien om het gedrag en het voorkomen van berengeur te kunnen beïnvloeden.”

Springgedrag
Van der Peet presenteerde dinsdag op een bijeenkomst van de Klankbordgroep in Nijkerk een aantal voorlopige conclusies. Er is geen verschil in springgedrag tussen beren die met gelten samen worden gehouden in de eigen toom en beren die alleen met beren in een groep zijn gehuisvest. Het springgedrag van beren is ’s middags hoger dan ’s ochtends. Het voersysteem en de oplegstrategie hebben geen effect op het springgedrag en op huidbeschadigingen. Wel zien onderzoekers bij beren meer huidbeschadigingen op de voorhand en bij kreupele dieren dan bij zeugjes. Het onderzoek naar de invloed van licht op het springgedrag is net afgesloten, maar er zijn nog geen resultaten bekend. Uitgangspunt van het onderzoek is de aanname dat de daglengte invloed heeft op de testosteronproductie en op het moment waarop beren in de pubertijd raken. Beide hebben waarschijnlijk ook invloed op de aanmaak van de voor de berengeur verantwoordelijke stoffen Skatol en Androstenon. Naast de periode daglicht kijkt het onderzoek ook naar de invloed van de lichtkleur op het berengedrag.