Groeimodel vleesvarkens houdt vinger aan de pols

Voor goede technische en financiële resultaten en de gezondheid van de dieren is het van belang dat de vleesvarkens hun genetische potentie zo goed mogelijk benutten. Daarbij spelen de omstandigheden op het bedrijf een belangrijke rol. Met rekenmodellen en de daarbij behorende voerhoeveelheden en voerkwaliteiten spelen voerleveranciers Coppens Diervoeding en De Heus hier al jaren op in.

Sinds de overname van Coppens door De Heus is gekeken wat de sterke punten van de rekenmodellen van beide voerleveranciers zijn en hoe hiermee het beste een nieuw rekenmodel is te maken. Het Groei Prognose Schema (GPS) van De Heus en InnoFeed van Coppens Diervoeding zijn daartoe in elkaar geschoven tot het nieuwe GPS InnoFeed-model.

Getest op proefbedrijven

Dat samenvoegen van de rekenmodellen is niet over één nacht ijs gegaan. De lysine- en energiebehoeftes van varkens zoals die in het nieuwe rekenmodel worden gebruikt, zijn uitgebreid getest op proefbedrijf De Elsenpas in het Gelderse Beuningen en het Swine Research Centre in het Brabantse Sterksel. Het rekenmodel is nu klaar voor de praktijk.

'In het vernieuwde GPS InnoFeed-model houden we rekening met de specifieke bedrijfsomstandigheden en de doelstellingen per bedrijf', zegt Tim Brummelhuis, specialist vleesvarkens van De Heus.

Dus bijvoorbeeld: met welke genetica en sekse wordt er gewerkt, wat is de gezondheidsstatus van de varkens, wat zijn de opleggewichten en wat is het gewenste aflevergewicht. Met deze gegevens en in het programma verwerkte data kan dan een goede inschatting worden gemaakt van welke voeders er moeten worden ingezet om de gewenste groei en voederconversie te realiseren.

Vertaling naar stal

'Vanuit InnoFeed maken we een uitgebreide vertaling naar de stal', weet Marcel van Zeeland, sectorspecialist van Coppens Diervoeding. 'We houden al jaren de werkelijke prestaties van de diverse genetica bij onze klanten bij. Daartoe gebruiken we de koppelresultaten uit de voercomputer en de gegevens vanuit de slachterij. Dit blijft de basis van het model.'

'Daarbij houden we rekening met de meest recente genetische data van de fokkerijorganisaties', vult Brummelhuis aan. 'Samen met de praktijkinput is het nieuwe GPS InnoFeed-model dus altijd bij de tijd', benadrukt hij.

Met de huidige nieuwe vleesvarkensrassen met een hoge genetische aanleg voor groei is het beperken van voer in veel gevallen niet nodig. Voercurves worden opgesteld met een extra marge in de curve, zodat de varkens niet tekortkomen en ze hun jeugdgroei altijd kunnen benutten.

Vleespercentage

'Zou je de vleesvarkens gaan beperken, ook al is het aan het einde van de ronde, dan gaat de groei onderuit en de voerconversie wordt er vaak niet beter van. Een positief effect kan wel zijn dat het vleespercentage stijgt. Maar dat is met de moderne vleesvarkens bijna nooit nodig. De vleespercentages zijn meestal hoog genoeg', benadrukt Van Zeeland.

Groeireductie door beperkt te voeren is normaal gesproken niet gewenst, want dat betekent dat het aantal ligdagen toeneemt en een vleesvarkenshouder dus minder rondes kan draaien.

'We geven bij het berekenen van de voercurves dan ook altijd verschillende opties. Bijvoorbeeld een goedkoper voer met goede prestaties en een voorstel met duurdere geconcentreerdere voeders. Van geconcentreerder voer groeien de varkens meestal harder met dezelfde voergift waardoor de voederconversie wordt verlaagd', legt de sectorspecialist van Coppens Diervoeding uit.

Gezondheidsstatus leidend

'Het verhogen van de rondesnelheid is op jaarbasis meestal gunstiger, maar de keuze is aan de varkenshouder. De gezondheidsstatus van de dieren is hierbij belangrijk en bepalend.'

De varkenshouder kan daarbij ook afdelingskaarten krijgen. Daarop zijn de voercurve en de gewenste gewichtsontwikkeling te zien evenals de voorspelde afleverdata en aantallen per keer af te leveren varkens. Daarmee houdt de varkenshouder steeds de vinger aan de pols.

Gewicht checken

Van Zeeland: 'Samen met de varkenshouder checken we of de voorspelde curve en gewichtsontwikkeling kloppen. Desnoods wegen we een aantal varkens en kijken we of ze op dat moment aan het gewicht voldoen. De datum en het gewicht bij het kopladen van de varkens zijn belangrijke indicatoren of we op koers zitten. Tijdig bijsturen is beter dan achteraf kijken of de resultaten van de afgelopen ronde goed waren of toch tegenvielen.'