10 euro per procent overleving

Iedere procent verbetering van de ‘piglet livability’, ofwel bigoverleving, levert tien euro per zeug op. Met die berekening gaf Kaat Goris tijdens het symposium 'Hoe houden we het levendig in de kraamstal' van Cargill op LIV Venray aan hoe belangrijk het is om de bigoverleving te verbeteren.

De ‘piglet livability’ is daarbij gebaseerd op het totaal aantal geboren biggen minus het aantal doodgeboren en de uitval in het kraamhok. Een verbetering met enkele procenten is daarbij zeker mogelijk door te letten op de belangrijkste invloedsfactoren. Dat zijn bijvoorbeeld een goed biggennest, een goede gezondheid, het management maar ook voeding is hier een essentiële factor.

De voeding heeft een grote invloed op de geboortegewichten én ook op de uniformiteit van de biggen bij de geboorte. De basis van de volgende toom begint al tijdens de lactatie van de voorgaande toom. De zeug mag niet te veel conditie verliezen, niet meer dan 10 tot 13 procent van haar lichaamsgewicht. Al na de tweede zoogweek worden al weer de eicellen voor de volgende worp aangelegd. Gerichte voeding in de laatste zoogweek kan dit proces ondersteunen, zodat de zeug meer en vooral meer kwalitatieve eicellen produceert. Cargill heeft hiertoe speciale supplementen ontwikkeld die tot aan het insemineren nodig zijn om te zorgen voor een optimale eicelkwaliteit. Profert is een supplement dat niet enkel de bronst verbetert maar ook het geboortegewicht kan verhogen met gemiddeld 145 gram.

Een andere heel belangrijke periode is de overgang van dracht naar lactatie. Hoe beter dit verloopt hoe lager het aantal doodgeboren biggen en hoe hoger de bigoverleving. Uit proeven uitgevoerd door Cargill in 2016 blijkt een toename van twee procent bigoverleving zeker haalbaar. Dat kan bij een aangepaste voeding met supplement Provilyt. Provilyt ondersteunt de energiestofwisseling van de zeug zodat aan de hoge energiebehoefte eind dracht en tijdens de lactatie voldaan kan worden. Het voorkomt leververvetting bij de zeug en ondersteunt de biestkwaliteit. Wat natuurlijk weer heel belangrijk is voor de bigoverleving.